Ga naar hoofdinhoud

Welke soorten diervoeding zijn er?

Er zijn verschillende soorten diervoeding: mengvoer, ruwvoer, droge voedermiddelen, vochtrijke voedermiddelen en premixen.

Mengvoer

Mengvoer is droog voer dat in een fabriek wordt gemaakt. Verschillende grondstoffen worden gemalen, gemengd en tot een brokje geperst, ook wel pellet genoemd. Soms wordt het mengvoer ook als meel of kruimel gevoerd.

diervoer wordt geperst
geperste diervoeding
verschillende soorten pellets

Het mengvoer bestaat uit verschillende soorten basisgrondstoffen, waarvan maïs, tarwe en gerst de belangrijkste zijn. Ook co-producten zoals sojaschroot en palmpitschilfers, worden in het mengvoer gebruikt. Voorbeelden van vochtrijke co-producten in het diervoeder van runderen zijn bierbostel en bietenpulp. Naast de basisgrondstoffen (51,9%) en co-producten (42,7%) bestaat mengvoer uit mineralen en additieven (3,9%), vetten en oliën (1,5%).

Wereldwijd wordt er 1,26 miljard ton mengvoer geproduceerd (cijfers van de Alltech Global Feed Survey 2022). In Nederland ligt de productie van mengvoer op 12,4 miljoen ton, in België op 6,83 miljoen ton.

Ruwvoer

Ruwvoer (zoals gras, kuilvoer, hooi, luzerne, snijmais, graszaadhooi en stro) wordt meestal op melkveebedrijven geteeld en eventueel ingekuild.  

Droge voedermiddelen

Droge losse grondstoffen zijn producten die ook in mengvoer kunnen worden gebruikt, zoals sojaschroot, raapzaadschroot, granen en bietenpulp. Soms krijgen dieren deze grondstoffen los bijgevoerd.

sojaschroot
sojaschroot
bietenpulp
bietenpulp

Vochtrijk voer

Vochtrijk voer is bijvoorbeeld brijvoer. Dit is meestal gemengd voer, met een hoog vochtpercentage. Het voer wordt niet tot een brokje geperst. Het voer bestaat grotendeels uit vochtrijke reststromen uit de levensmiddelenindustrie, zoals bierbostel, tarwezetmeel, aardappelsnippers, bietenperspulp, tarwegistconcentraat en citruspulp.

Premixen

Premixen zijn mengsels van vitaminen, mineralen, sporenelementen, enzymen en aminozuren. Ze worden vaak aan mengvoer toegevoegd. Varkens en pluimvee eten hoofdzakelijk mengvoer. Runderen, schapen en geiten eten vooral ruwvoer, aangevuld met mengvoer.

Wie bepaalt de samenstelling of het recept van diervoeding?

Het samenstellen van mengvoer is niet eenvoudig. Er zijn honderden grondstoffen die in diervoer kunnen worden verwerkt. Een nutritionist is hierin gespecialiseerd. Hij of zij bepaalt de exacte samenstelling van het recept. Hierbij moet de nutritionist rekening houden met verschillende factoren:

  • De behoefte van het dier. Het voer moet voldoende eiwitten, vetten, koolhydraten, vezels, mineralen en vitamines bevatten om het dier gezond te houden en te zorgen voor een optimale productie. De behoefte is onder andere afhankelijk van de diersoort, het levensstadium en het seizoen.
  • De beschikbaarheid en prijs van de grondstoffen
  • De eigenschappen van de grondstoffen: kan het mengsel (als dat nodig is) tot een goede pellet worden geperst?
  • De wensen van de veehouder (bijvoorbeeld: biologisch, VLOG, eiwitrijk)
  • Wensen uit de maatschappij (dierwelzijn, uitstoot, vervuiling, duurzaamheid)

De nutritionist kan gebruikmaken van software die helpt bij het maken van het juiste recept. Voor elk landbouwhuisdier stelt een nutritionist het optimale voer samen.

Hoe wordt diervoeding geproduceerd?

De grondstoffen voor het voer komen over het water of via de weg naar de diervoederfabriek. Als de grondstof is goedgekeurd, wordt hij gelost in de silo van de fabriek. De grondstoffen worden in de diervoederfabriek gemalen, gemengd en geperst. Na de eindcontrole gaat het mengvoer vanuit de gereedproductsilo’s in de bulkwagen. Kleinere hoeveelheden worden in zakken verpakt en in een vrachtwagen vervoerd richting de landbouwbedrijven.

Wat voor diervoeding is er voor de verschillende diersoorten?

In Nederland en België wordt voor verschillende diersoorten mengvoer gemaakt. Voor elke diersoort ziet de samenstelling van het voer er anders uit: het moet voldoen aan de voedingsbehoefte van de betreffende diersoort.

Rundveevoer

Diervoeder voor runderen is opgebouwd uit vier componenten: ruwvoer, mengvoer, losse grondstoffen en vochtrijke co-producten. De losse grondstoffen kunnen dezelfde zijn als in het mengvoer en worden door de veehouder aan het rantsoen toegevoegd.

Varkensvoer

Diervoeder voor varkens bestaat uit drie componenten: mengvoer, losse grondstoffen en vochtrijke co-producten. Voor mengvoer worden voornamelijk de basisgrondstoffen mais, tarwe, triticale, rogge en gerst gebruikt. Dit geldt zowel voor zeugen als voor vleesvarkens. Verschillende co-producten worden hieraan toegevoegd, zoals sojaschroot en raapzaadschroot. De losse grondstoffen kunnen dezelfde zijn als in het mengvoer en worden door de veehouder aan het rantsoen toegevoegd.

Voorbeelden van vochtrijke co-producten in het diervoeder van varkens zijn tarwegistconcentraat, tarwezetmeel en aardappelstoomschillen.

Pluimveevoer

Diervoeder voor pluimvee kent twee componenten: mengvoer en losse grondstoffen. Het mengvoer bestaat uit basisgrondstoffen zoals mais, tarwe en erwten; dit geldt zowel voor leghennen als vleeskippen. De co-producten die hieraan worden toegevoegd zijn bijvoorbeeld raapzaadschroot, sojaschroot en zonnebloemzaadschroot. De losse grondstoffen kunnen dezelfde zijn als in het mengvoer en worden door de veehouder aan het rantsoen toegevoegd.

In Nederland en België is varkensvoer de voersoort die het meest wordt gemaakt, al is de hoeveelheid de laatste jaren wel afgenomen.

Visvoer

In Nederland en België wordt niet veel visvoer gemaakt. Alleen Alltech Coppens is een grote visvoerproducent. Veevoer wordt vaak geperst, terwijl visvoer meestal wordt geëxtrudeerd. Ook zijn de verhoudingen anders. Visvoer bevat tussen de 40 en 50% eiwit en tussen de 15 en 25% vet, met uitschieters naar 33% vet. Qua ingrediënten verschillen mengvoer en visvoer niet veel. Hoewel de verhoudingen anders zijn, worden in grote lijnen dezelfde basisgrondstoffen gebruikt. Visvoer bevat daarnaast vaak vismeel en visolie, met name voor carnivore vissen, zoals paling, zalm en forel. Wel wordt steeds vaker gekeken hoe vismeel visolie kunnen worden vervangen door plantaardige vet- en eiwitbronnen.

In 2022 zag de verdeling tussen de verschillende diersoorten er zo uit:

Bron: Alltech Global Feed Survey

Hondenvoer en kattenvoer

Vaak wordt een onderscheid gemaakt tussen veevoer en petfood. Petfood is voer voor huisdieren, bijvoorbeeld hondenvoer, kattenvoer of konijnenvoer.

Diervoeding op basis van wetenschap

De mengvoederproductie is gebaseerd op wetenschappelijke kennis. Enkele partijen in Nederland en België die onderzoek doen naar diervoeding:

Wageningen University & Research (WUR)

WUR heeft een afdeling Animal Sciences, waaronder ook de leerstoelgroep Diervoeding (Animal Nutrition) valt. Samen met de afdeling Diervoeding van Wageningen Livestock Research en de afdeling Voeding van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht vormen ze het Centre for Animal Nutrition. Het onderzoek heeft de focus op de onderwerpen:

  • efficiënt gebruik van grondstoffen
  • diergezondheid, levensduur en vitaliteit
  • technologie & kwaliteit
  • dierwelzijn
  • nutrigenomics (relatie tussen genen, voeding en gezondheid)
  • milieuproblemen gerelateerd aan diervoer
  • nutritie

Schothorst Feed Research (SFR)

Schothorst Feed Research is een onafhankelijk onderzoeksinstituut gevestigd in Lelystad dat is gespecialiseerd in diervoer. Ze doen bijvoorbeeld onderzoek naar voerformulering en voederwaardering voor verschillende diersoorten.

Universiteit Gent

De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent voert onderzoek uit naar verschillende aspecten van diervoer.

Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO)

ILVO is een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoekscentrum van de Vlaamse overheid. Het krijgt van die overheid de opdracht mee te werken aan de verduurzaming van de landbouw, visserij en agrovoedingssector. 

Centre Wallon de Recherches Agronomiques (CRA-W)

Het onderzoekscentrum Centre Wallon de Recherches Agronomiques in Wallonië combineert wetenschappelijk onderzoek met dienstverlening.

Hoe zorgt men dat het diervoer veilig en hygiënisch is?

Diervoeding vormt de basis voor veel producten die mensen uiteindelijk eten, zoals vlees, zuivel en eieren. De kwaliteit en veiligheid zijn dan ook belangrijk. Handelaren en producenten van diervoeder moeten zelf controleren of de diervoeders voldoen aan de wettelijke normen. Producenten moeten ook bijhouden welke grondstoffen zijn gebruikt. Dit is belangrijk voor de traceerbaarheid. Bovendien moeten ze voldoende monsters nemen en bewaren.

De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) controleert of diervoederbedrijven zich houden aan de hygiëneregels. Een bedrijf kan zelf een voedselveiligheidsplan opstellen, of een goedgekeurde hygiënecode gebruiken, zoals het GMP+ Feed Certification-schema of de Feed Chain Alliance Standaard. Hierin zijn bijvoorbeeld ‘Good Manufacturing Practices’ (kwaliteitsbeheersing), HACCP (risico-inventarisatie) en ISO 22000-normen (voedselveiligheid) opgenomen.

Is diervoeding duurzaam?

Naast voedselveiligheid is duurzaamheid belangrijk voor de diervoederindustrie. Bedrijven in de hele keten werken eraan om de ecologische voetafdruk van het voer en het eindproduct (vlees, zuivel, eieren) zo klein mogelijk te houden. Bijvoorbeeld door gebruik van:

Tegenwoordig is van alle grondstoffen de koolstofvoetafdruk bekend en vastgelegd in een internationaal geaccepteerde database. De nutritionist kan hier bij de samenstelling van het voer rekening mee houden.

Ook op andere manieren wordt geprobeerd de voetafdruk van voer en het eindproduct terug te dringen. Bijvoorbeeld door het terugdringen van het energieverbruik tijdens het productieproces, het gebruik van hernieuwbare energie en het verduurzamen van het transport.

Met dank aan: Nevedi, BFA, CBS, Alltech Global Feed Survey, Kenniscentrum InfoMill, WUR