Ga naar hoofdinhoud

De 11 grootste veiligheidsrisico’s in de diervoederfabriek

Veiligheid staat bij lang niet alle bedrijven hoog genoeg op de agenda, daarin is een cultuuromslag nodig, zegt Erik Nieuwenhuis van EurAtex.

Werken in een diervoederfabriek brengt risico’s met zich mee. Wanneer Erik Nieuwenhuis van EurAtex de risico’s op een rij zet, lijkt de lijst haast oneindig. Toch wordt het onderwerp veiligheid nog lang niet door alle bedrijven serieus genomen, merkt hij. “Veel bedrijven vinden veiligheid een lastig onderwerp of gaan ervanuit dat dit bij hun wel op orde is, het staat niet altijd hoog op de agenda. Daarin is een cultuuromslag nodig.”

Als Erik Nieuwenhuis in een diervoederfabriek komt, ziet hij bijna altijd wel risicovolle situaties. De grootste problemen komt de eigenaar en HVK’er van EurAtex tegen op het gebied van brandveiligheid, Atex, elektra en machineveiligheid. Hij loopt de punten af die de grootste risico’s met zich meebrengen. Wat zijn de risico’s? En wat kan eraan worden gedaan? 

1. Brand en explosies: reëel risico
Brand en explosies vormen een reëel risico. Brand wordt voornamelijk veroorzaakt door overbelasting: overbelaste machines of kabels. Ook ondeugdelijke elektra is een grote brandstichter. Wat betreft explosies ontstaan de grootste risico’s wanneer niet-Atex-gecertificeerd materiaal in een Atex-zone wordt gebruikt. “Maar ook wanneer je een ontstekingsbron over het hoofd ziet ontstaat een risico. Broeiende stoffen kunnen bijvoorbeeld een ontstekingsbron vormen, of grondstoffen die door een niet-geaarde slang worden getransporteerd.”

Risico’s minimaliseren
Het aarden van apparatuur, gebruiken van Atex-gecertificeerde apparatuur waar dat nodig is en opstellen van een explosieveiligheidsdocument (EVD/Ex-document) zijn manieren om de risico’s te minimaliseren.

2. Machines: veiligheid niet vanzelfsprekend
Om veilig te kunnen werken heb je veilige apparatuur nodig. Dat betekent bijvoorbeeld dat de machine een CE-markering heeft, dat hij schoon wordt gehouden, dat in een Atex-zone Atex-gecertificeerde apparatuur staat en dat werknemers weten hoe ze de machine moeten bedienen.

Bij de aanschaf van nieuwe machines gaat het volgens Erik vooral over capaciteit, kosten en leveringstermijn. “Qua veiligheid zal het wel in orde zijn, denken veel bedrijven. Maar vooral wanneer er meerdere machines aan elkaar worden gekoppeld, is de veiligheid niet vanzelfsprekend.” Zo kan bijvoorbeeld onduidelijk zijn welke noodknop voor welke machine is. Ook wanneer een machine op afstand aan en uit kan worden gezet, brengt dat risico’s met zich mee. “Daar gebeuren regelmatig ongelukken mee. Iemand zet de machine op afstand aan en weet niet dat die voor reiniging of onderhoud stilstaat.”

Risico’s minimaliseren
De LOTOTO-procedure (lock out, tag out, try out) uitvoeren is bij machine-onderhoud en -reiniging volgens Erik belangrijk. Ook moeten leverancier en klant met elkaar afstemmen hoe ze een nieuwe machine of productielijn veilig in gebruik kunnen nemen. “Veiligheid moet bij de aanschaf van machines of aanpassing van de productielijn geen sluitpost zijn.”

3. Werken in besloten ruimtes: een van de grootste risico’s
Werken in besloten ruimtes (silo, droger of koeler) is één van de grootste risico’s in de diervoederfabriek. Verstikking is mogelijk door schadelijke gassen of een te laag zuurstofpercentage. Tijdens reinigen komt er stof vrij, wat kans geeft op een stofexplosie. Bedelving is mogelijk wanneer de toevoer per ongeluk start. Als laatste is er valgevaar wanneer er geen valbeveiliging wordt gebruikt. “Werken in besloten ruimtes moet dan ook altijd met twee man gebeuren”, aldus Erik: één mangatwacht die buiten staat, een noodlijn vasthoudt en communiceert met de persoon in de besloten ruimte.

Risico’s minimaliseren
De risico’s kunnen worden beperkt door een zuurstofmeter te gebruiken (het liefst een die je buiten de besloten ruimte kunt aflezen), een noodlijn te gebruiken, door te controleren of de mobiele telefoon van degene in de besloten ruimte werkt, door valbeveiliging te gebruiken, een goede LOTOTO-procedure en door goede instructies richting de man of vrouw die bij de poort staat: bij een calamiteit moet hij of zij weten waar de reddingsdiensten naartoe moeten. “Voor het werken in een besloten ruimte kun je het beste een checklist opstellen”, adviseert Erik.

Hij weet dat veel bedrijven bijvoorbeeld de siloreiniging uitbesteden en er dan vanuit gaan dat het goed zit met de veiligheid. “Dat is niet per definitie zo. Bovendien blijf je als producent verantwoordelijk als je het werk uitbesteedt. Ook dan moet je dus zorgen dat het veilig gebeurt.”

4. Hoogte: valrisico
Op hoogte werken brengt een risico op vallen met zich mee. Dit geldt bijvoorbeeld bij werk op een dak, op een silodek of vanuit een hoogwerker.

Risico’s minimaliseren
“Zaken als rand- en valbeveiliging echt op orde zijn.”

5. Gevaarlijke stoffen: gezondheidsrisico’s
Fijnstof vormt één van de grootste gezondheidsrisico’s. In premixen zitten regelmatig schadelijke stoffen die kankerverwekkend zijn.

Risico’s minimaliseren
Lekbronnen van stof moeten worden voorkomen, zodat er minder stofemissie is. Ook goede persoonlijke beschermingsmiddelen en goede instructies van het gebruik ervan zijn nodig, aldus Erik. “Net als het toezicht van het gebruik erop. Nu wordt het nog vaak door de vingers gezien als werknemers zich niet goed beschermen. Wat nog relatief onbekend in de branche is, dat wanneer stoffen als ADR-lading worden aangeleverd, het verplicht is een veiligheidsadviseur te hebben.”

6. Stoom: risico op verbranding
Wanneer een fabriek werkt met stoom, brengt dit altijd een verbrandingsrisico met zich mee. Bij onderhoud van de proceslijn, of wanneer de stoomleidingen niet zijn geïsoleerd.

Risico’s minimaliseren
Een goede LOTOTO-procedure bij onderhoud en het isoleren van leidingen kan de risico’s beperken.

7. Solitair werken: alleenwerkersrisico
Vooral monteurs werken vaak alleen. “Dat brengt meteen een risico met zich mee, want wanneer een alleenwerker z’n hoofd stoot of onwel wordt is er niet meteen iemand die dat merkt. Vandaar dat het verplicht is om werk in besloten ruimtes met twee man te doen.

Risico’s minimaliseren
Het risico kan worden verkleind door gebruik te maken van een man-down. Dit systeem bevat een sensor en slaat alarm wanneer iemand omvalt of ligt.

8. Hijsen: veel geïmproviseerd
In een fabriek worden veel dingen getakeld, zoals assen, motoren van elevatoren, en schroeven. Bij hijsen wordt volgens Erik veel geïmproviseerd. “Het moet vaak even snel, snel, snel gebeuren. Er worden dan bijvoorbeeld niet-gekeurde hijsbanden gebruikt in plaats van een hijsoog.”

Risico’s minimaliseren
Het hijsen goed voorbereiden kan veel verschil maken, meent Erik. “Zorg bijvoorbeeld altijd voor een hijsoog.”

9. Extreme temperaturen, geluid en trillingen
In fabrieken kan het in de winter erg koud zijn, in de zomer heet. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Trillingen van bijvoorbeeld een heftruck of draaiende machines zijn slecht voor je ruggenwervels. Harde geluiden (malen, verladen) of sissende lucht geven een risico op gehoorschade.

Risico’s minimaliseren
“In de fabriek wordt steeds meer vanuit de controlekamer gedaan, waardoor deze risico’s afnemen.” Bij hitte kunnen extra pauzes, water of aangepaste werktijden helpen en om gehoorschade te voorkomen is de juiste gehoorbescherming noodzakelijk. “Op sommige plekken is zelfs dubbele bescherming nodig.”

10. Verlichting: niet goed zichtbaar
Slecht verlichte ruimtes zorgen voor een hoger risico op vallen en struikelen, maar ook op explosie of brand. “Je ziet vuil, stof of een beschadigde kabel niet goed liggen.”

Risico’s minimaliseren
De fabriek beter verlichten kan voor een veiligere situatie zorgen. “Al is de verlichting sinds de komst van ledlampen vaak al beter.”

11. Werkplek: smalle doorgangen, kleine ruimtes
Vooral oudere fabrieken hebben veel smalle doorgangen en kleinere ruimtes. Maar ook in nieuwere fabrieken verbaast Erik zich hier soms over. “Vaak moeten bukken verhoogt de fysieke belasting van het werk. Smalle doorgangen en kleine ruimtes geven beperkingen bij het bepalen van vluchtroutes en verhogen het risico op stoten of struikelen.”

Risico’s minimaliseren
Het dragen van een helm kan helpen. Bij sommige bedrijven is het verplicht in de fabriek een helm te dragen, maar volgens Erik is dit nog lang geen gemeengoed.

De LOTOTO-procedure (lock out, tag out, try out) uitvoeren is bij machine-onderhoud en -reiniging volgens Erik belangrijk.

Veiligheidscultuur: sleutel tot verandering

De risico’s van allerlei situaties kunnen via maatregelen tot een minimum worden beperkt. Maar volgens Erik is het vooral belangrijk dat de veiligheidscultuur goed is. Daar schort het nogal eens aan. “Het zou al een enorm verschil maken als mensen met elkaar voordat ze aan een klus beginnen vijf minuten stilstaan bij het onderwerp veiligheid. En dan niet op een lacherige manier ‘omdat het moet’, maar even serieus stilstaan: wat zijn de risico’s en hoe beperken we die?”

“Het zou al een enorm verschil maken als mensen met elkaar voordat ze aan een klus beginnen vijf minuten stilstaan bij het onderwerp veiligheid.

Bij diervoederbedrijven is de veiligheidscultuur nog lang niet altijd optimaal. “Mensen spreken elkaar bijvoorbeeld niet vaak aan op risico’s of gevaarlijke situaties. En doe je het wel, dan krijg je negen van de tien keer een discussie of een lacherige reactie. Daar heb je niet elke keer zin in.”

Naar een betere cultuur

Om een betere veiligheidscultuur te krijgen, heeft Erik een aantal adviezen. “Ten eerste: neem het onderwerp als management serieus. Organiseer toolboxen rondom het onderwerp, werk met instructies en zorg dat die ook voor buitenlandse werknemers begrijpelijk zijn.”

“Ten eerste: neem het onderwerp als management serieus.”

Erik geeft aan dat er ook bedrijven zijn die met werkvergunningen werken voor de technische dienst. “Op zo’n vergunning of bon staan afspraken per klus over de aanpak, controle, de LOTOTO-procedure, de persoonlijke beschermingsmiddelen en wat er moet gebeuren bij een calamiteit. In de bouwwereld is de cultuur op dit vlak al aardig veranderd, dus in de diervoederwereld moet het ook kunnen.”

‘In de bouwwereld is de cultuur op dit vlak al aardig veranderd, dus in de diervoederwereld moet het ook kunnen’

Verzekeraars geven bedrijven een steeds harder duwtje in de rug, merkt Erik. “Eerst stelden ze alleen eisen op het gebied van brand- en explosieveiligheid, maar tegenwoordig stellen ze ook steeds strengere eisen rondom het werken met gevaarlijke stoffen. Aan de ene kant jammer dat het nodig is, maar aan de andere kant zorgt het er wel voor dat bedrijven in actie komen.”


RIE, explosieveiligheidsdocument en VG-plan

Diervoederbedrijven zijn verplicht een actueel explosieveiligheidsdocument en een risico-inventarisatie en evaluatie (RIE) op te stellen. Dit helpt om inzicht te krijgen in de risico’s en de juiste maatregelen te nemen. Het model van Kinney & Wiruth kan bij het opstellen van een RIE een handig hulpmiddel zijn. Het kijkt naar de frequentie, waarschijnlijkheid en het effect van een bepaald risico. “Houd dit model altijd in je achterhoofd”, adviseert Erik Nieuwenhuis van EurAtex.

Bij een bezoek van de Arbeidsinspectie moet je een RIE van maximaal vijf jaar oud kunnen overleggen. “Ook moet je kunnen aantonen dat je met de actiepunten aan de slag bent gegaan. En je moet kunnen laten zien dat je je werknemers goede instructies hebt gegeven en dat ze op de hoogte zijn van de risico’s die het werk met zich meebrengt.” Is er dan toch een ongeval? “Dan valt de boete een stuk lager uit als je alles op orde hebt”, weet Erik.

Bij bepaalde klussen is een Veiligheids- en gezondheidsplan (VG-plan) vereist. Veel bedrijven weten dat volgens Erik niet. Dit geldt bij: grote bouwprojecten (zoals nieuwbouw) waarbij verschillende aannemers betrokken zijn, bij het werken op grote hoogte of in besloten ruimtes, bij het werken met gevaarlijke stoffen of wanneer een project met meerdere aannemers wordt uitgevoerd. “Een klus waarvoor een VG-plan nodig is moet je melden bij de Arbeidsinspectie. Voor die klus moet je een aparte RIE opstellen.”


VTA Nederland
VTA Nederland geeft training en advies. Ook kunnen ze helpen bij het opstellen van een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE), een explosieveiligheidsdocument (Ex-document) of een Veiligheids- en gezondheidsplan (VG-plan). De adviestak is bekend onder de naam Euratex. Onder die naam geeft het bedrijf adviezen om een veiligere werkomgeving te creëren.
“We willen inzicht geven in de risico’s die er bij een bedrijf zijn, maar het tegelijkertijd behapbaar houden voor het bedrijf. We houden het dus vooral heel praktisch en kijken eerst naar het laaghangende fruit.”

Dit artikel kreeg je cadeau. Wil je kennismaken met andere artikelen uit De Molenaar? Download dan gratis jouw digitale exemplaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Mis geen enkel nieuws uit de diervoederindustrie