De biologische kuilen van 2018 weerspiegelen de groeiomstandigheden van het afgelopen jaar. Door het koude voorjaar kwam er weinig stikstof vrij uit de bodem en was het gewas volledig aangewezen op de beschikbare stikstof uit drijfmest. Dat meldt Agrifirm.
In de biologische landbouw is het gewas volledig aangewezen op de stikstof uit dierlijke mest en de stikstof die vrijkomt uit de bodem. Wanneer de bodemtemperatuur langere tijd laag blijft, heeft dit effect op de ontwikkeling van klavers en daarmee op de stikstofvoorziening van de plant, met als gevolg tegenvallende groei en een lager eiwitgehalte in het gewas.
Ruw eiwit laag
Met een gemiddeld RE-totaal van 145 blijven de biologische kuilen ruim in ruw eiwit achter bij vorig jaar. De variatie is echter groot stelt de coöperatie. Zo varieert het ruw eiwit van de biologische kuilen van 113 g ruw eiwit tot 249 g ruw eiwit.
Grote variatie in VEM
De VEM-waarde van de biologische kuilen van 2018 is vergelijkbaar met die van vorig jaar. Evenals vorig jaar was ook dit jaar de variatie zowel in de voorjaarssnede als in de latere sneden hoog. De voederwaarde liep uiteen van 585 VEM tot 980 VEM.
Aangezien goed ruwvoer de basis is voor een goede en gezonde melkproductie, geeft de variatie in voederwaarde volgens Agrifirm nog genoeg mogelijkheden voor de veehouder om de kostprijs per kg melk te verlagen.
![](https://www.demolenaar.nl/wp-content/uploads/2018/10/afbeelding.png)