De najaarskuilen van 2021 bevatten weinig eiwit, zo’n 161 g ruw eiwit/kg DS. De trend van de voorjaarskuilen en zomerkuilen zet zich daarmee voort. Ook het mineralengehalte is lager dan het langjarig gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. Dat blijkt uit cijfers van Eurofins Agro.
Het ruw eiwitgehalte ligt dit najaar zo’n 20 g/kg DS lager dan het gemiddelde van 2020. Het lagere ruw eiwitgehalte resulteert ook in een fors lager OEB-gehalte van 53 g/kg DS, waarbij het langjarig gemiddelde van najaarskuilen 71 g/kg DS is.
Eiwitefficiëntie
Het DVE-gehalte ligt met 61 g/kg DS iets onder het gemiddelde van 63 g/kg DS. Hierdoor ligt de ratio DVE/OEB hoger. Dit heeft een gunstig effect op de eiwitefficiëntie in de koe, zeker wanneer het aandeel graskuil in het rantsoen hoog is.
De energievoorziening van de najaarskuilen is prima op orde met een VEM van 891, ruim 10 punten boven het langjarig gemiddelde van 880 VEM/kg DS. Dit wordt vooral veroorzaakt door het lagere ruw as gehalte van 116 g/kg DS, tegenover het gemiddelde van 131 g/kg DS.
Droge stof
Het droge stofgehalte van de najaarskuilen is met 411 g/kg iets lager dan het langjarig gemiddelde van 420 g/kg. Daarbij zijn de septemberkuilen wel een stuk droger (425 g/kg) dan de oktoberkuilen (315 g/kg). De verklaring is dat er in september minder neerslag viel dan in oktober. De nattere oktoberkuilen laten ook een hoger boterzuurgehalte zien (2,9 g/kg DS).
Lees ook: Extreem weinig eiwit in zomerkuilen 2021
