Ga naar hoofdinhoud

Liquiditeit legpluimveehouderij onder druk

Vanwege de aanhoudend slechte marktsituatie in de leghennensector, zijn op verzoek van de pluimveesector liquiditeitsuitgangspunten opgesteld door Wageningen UR Livestock Research. Deze kortetermijn-prijsverwachtingen worden opgesteld als de prijzen langdurig beduidend onder het kostprijsniveau liggen als gevolg van lage opbrengstprijzen of hoge voerprijzen. Voor de bedrijven die kooieieren produceren wordt in de periode augustus 2013 tot en met januari 2014 een omgerekend saldo per hen per jaar verwacht van 1,50 euro. Voor scharrelbedrijven is dat 0,90 euro per hen per jaar.

Negatief saldo

Veel legpluimveehouders hebben als gevolg van hoge voerprijzen en lage eiprijzen sinds dit voorjaar te maken met een saldo dat enkele euro’s per hen negatief is. Pluimveehouders met hennen in verrijkte kooien/koloniehuisvesting hebben sinds maart dit jaar te maken met een saldo dat omgerekend naar jaarbasis zo’n 5 euro per hen negatief is. Voor scharrelhennen is het saldo sinds april dit jaar ook ruim onder het nulpunt gekomen. Omdat de verwachting is dat de voerprijzen voorlopig op een relatief hoog niveau blijven en er op korte termijn geen zicht is op voldoende hoge opbrengstprijzen, is het nodig om kortetermijnprijzen in te schatten voor voer en eieren.

Voer

In januari 2013 bereikten de voerprijzen een piek en sindsdien zijn ze met 2 euro per 100 kilo gedaald, maar eind juni bevonden de prijzen zich nog steeds op een hoog niveau. De LEI-prijs (excl. btw) voor legmeel fase II kwam in juni op 33,70 euro per 100 kilo. De eerstkomende maanden zal de daling waarschijnlijk beperkt zijn. Vanaf oktober wordt een sterkere daling voorzien. De voerprijs voor legmeel in de periode augustus 2013 tot en met januari 2014 is vastgesteld op gemiddeld 30 euro per 100 kilo (excl BTW). In de saldoberekening wordt gerekend met een korting van 1,50 euro per 100 kilo op de LEI-prijs.

Eiproductie

Als gevolg van de herstelde eiproductie in Europa daalden de eiprijzen in Nederland vanaf maart met enkele centen per ei. Sindsdien zijn de prijzen stabiel, maar op een te laag niveau om kostendekkend te kunnen produceren. Het aanbod is nog steeds te ruim. De opzet van opfokhennen in Nederland was de eerste maanden nog steeds vrij ruim, maar het aantal ingelegde broedeieren voor de leg is in april wel afgenomen. Voorlopig wordt er voor 2013 vanuit gegaan dat de productie met 2 procent zal oplopen tot 10,4 miljard eieren.

Eiprijzen

Op basis van de opzet- en inlegcijfers is de verwachting dat het derde kwartaal een lichte verbetering en misschien het vierde kwartaal een verder herstel van de eiprijs zal optreden. Op langere termijn zal de eiprijs structureel hoger worden, maar dat wordt niet meer in 2013 verwacht. Voor begrotingen voor de periode augustus 2013 – januari 2014 is de eiprijs vastgesteld op 5,6 cent excl. btw. Dit is 0,90 euro per kilogram eieren. Het prijsverschil tussen kooi- en scharreleieren bedroeg de eerste helft van 2013 gemiddeld 1,2 cent per ei. Dit grote verschil kwam met name doordat de prijs van scharreleieren later daalde dan die van kooieieren. In juli 2013 is dit verschil teruggelopen tot minder dan 0,5 cent per ei. Naar verwachting zal dit verschil blijven en voor scharreleieren wordt dan een prijs van 6,1 cent per ei (excl BTW) verwacht.

Liquiditeit

De verwachte prijzen voor voer en eieren gelden van augustus 2013 tot en met januari 2014. De eiprijzen zullen pas na de zomer aantrekken waardoor de liquiditeit van bedrijven in het eerste deel van de periode van 6 maanden slechter zal zijn dan de gemiddelde prognose en beter zijn aan het eind van deze periode.

bron: PVE

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Mis geen enkel nieuws uit de diervoederindustrie