Door te streven naar een hogere gezondheidsstatus benutten varkens het voer beter. De groei bij varkens die onder minder goede gezondheidsomstandigheden worden gehouden is namelijk 12 procent slechter dan bij varkens met een hoge gezondheidsstatus, zo blijkt uit het promotieonderzoek van Yvonne van der Meer, dat zij uitvoerde als onderzoeker bij Wageningen University.
De conclusie naar aanleiding van het promotieonderzoek van Yvonne van der Meer is dat varkens met een lage gezondheidsstatus meer energie en eiwit nodig hebben. Van der Meer adviseert echter niet om de gehalten aan energie en eiwit zomaar te verhogen. Het is beter om eerst te kijken of varkenshouder eerst de gezondheidsstatus kan verbeteren. In een volgende stap zou de voeding kunnen worden aangepast om een economisch optimum te bereiken.
Minder goede benutting
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de groei van de varkens onder minder goede gezondheidsomstandigheden 12 procent lager is. Ongeveer 6 procent wordt veroorzaakt door een lagere voeropname en iets meer dan 5 procent is toe te schrijven aan een minder goede voederconversie. Een van de achterliggende oorzaken is dat de lage status varkens minder spierweefsel opbouwen omdat de beschikbare aminozuren gebruikt worden voor hun immuunsysteem. Bij de vorming van afweerstoffen gaan aminozuren en energie verloren, waardoor ze dus minder groeien.
Lees meer over het promotie-onderzoek in Molenaar nr. 11, die verschijnt op 4 augustus.