Niet alles kan, dat concludeert een commissie onder leiding van oud-minister Johan Remkes die onderzoek doet naar de mogelijkheden om uit de stikstofimpasse te komen die is ontstaan door de uitspraak van de Raad van State over de stikstofproblematiek. De commissie concludeert in een rapport met als titel ‘Niet alles kan’, dat de Nederlandse overheid keuzes moet maken, waardoor niet alle ambities op alle niveaus gerealiseerd kunnen worden.
Korte termijn
Op korte termijn is volgens de commissie een reductie van de maximumsnelheid van het verkeer noodzakelijk, alsmede een reductie van de veestapel. Hierbij kan volgens Remkes bij de presentatie van het rapport geen sprake zijn van koude sanering. De overheid moet wat de commissie betreft voor de maatregelen voldoende geld beschikbaar stellen om daar waar noodzakelijk een warme sanering van de veehouderij te realiseren.
Om de natuurwaarden zo goed mogelijk te behouden, moet de aandacht daarbij in eerste instantie uitgaan naar veehouderijbedrijven in de buurt van Natura 2000-gebieden. Remkes adviseert minister Carola Schouten om daarbij de nadruk te leggen op het saneren van die bedrijven die qua uitstoot de grootste bijdrage leveren aan de stikstofdepositie en waar geen perspectief is om dat (technologisch of via bedrijfsontwikkeling) op te lossen.
Eerste stap
Voor dit eerste advies was de belangrijkste vraag aan de commissie Remkes onder welke voorwaarden op korte termijn toestemming kan worden verleend aan activiteiten die stikstofuitstoot veroorzaken. De voorgestelde maatregelen zijn dan ook gericht op korte termijn effect.
Remkes stelt vast dat de huidige stikstofimpasse complex is en dat niet voor alle projecten en regio’s in eenzelfde tempo een oplossing voor handen is. De commissie werd bij de totstandkoming van het eerste advies beperkt door het feit dat geen exacte gegevens beschikbaar zijn over de effecten van al genomen maatregelen op het behoud van de Natura 2000-gebieden. Ook stond de commissie onder hoge tijdsdruk.
De commissie werkt verder aan een tweede advies waarin de leden van de commissie zich zullen buigen over lange termijn oplossingen. De verwachting is dat dit rapport voor de zomer van 2020 wordt gepresenteerd.