Als (een deel van) de tarwe in het rantsoen wordt vervangen door broodmeel, ontwikkelt de pens zich beter en daarmee de rantsoenefficiëntie. Dat blijkt uit onderzoek van Fachhochschule Südwestfalen in opdracht van FeedValid.
Fachhochschule Südwestfalen heeft het onderzoek uitgevoerd op een rosékalverbedrijf in Duitsland. Het rantsoen bestond uit maissilage en krachtvoer. Daarnaast kregen de dieren ongeveer 100 gram stro per dag.
Onderzoek
Voor de helft van de groep (A) werd een deel tarwe in het krachtvoer vervangen door broodmeel. Voerverbruik en gewicht zijn bijgehouden voor de groepen A en B. In week 31 zijn de dieren voor commerciële doeleinden geslacht en is de pens onderzocht op ontwikkeling van de penspapillen en de absorptiecapaciteit.
Resultaat
De resultaten laten een duidelijk effect zien. De groep gevoerd met broodmeel (A) vertoonde een sterkere groei, had een hoger slachtgewicht, een groter absorptieoppervlak in de pens en een lagere voederconversie.
Groep A (broodmeel) heeft met minder krachtvoer meer kilogrammen groei behaald, met als resultaat een lagere voederconversie. Dit kan worden verklaard door de hoge wateropnamecapaciteit van broodmeel. Hierdoor wordt eerder een verzadigingseffect bereikt en krijgen de pensmicroben optimaal de tijd om het goed beschikbare zetmeel te verteren.
Nutriëntenopname
In het áántal papillen was geen significant onderscheid tussen de twee groepen. Maar het aandeel gróte papillen was voor de groep A (broodmeel) wél significant hoger, waardoor een groter absorptieoppervlak in de pens beschikbaar is voor nutriëntopname.
De nutriënten uit het voer kunnen hierdoor optimaal worden opgenomen door het dier. Zowel de productieresultaten als de ontwikkeling van de pens laten positieve effecten van een aandeel broodmeel in het rantsoen zien.