Ga naar hoofdinhoud

Brits onderzoek: ‘Vleestax leidt tot trade-offs’

De vleestax op rood vlees leidt volgens onderzoekers tot een terugloop van het aantal graasbedrijven in Groot-Brittannië.

Een vleestax op rood vlees draagt minder bij aan de reductie van broeikasgassen, dan vaak wordt gesteld. Dat stelt de Britse onderzoeker dr. Taro Takahashi van de universiteit in Bristol en het Rothamsted Onderzoeksinstituut.

Opbrengst

Volgens berekeningen van Takahashi kost een belasting op rood vlees de Britse economie jaarlijks 250 miljoen pond. De besparingen op basis van het reduceren van broeikasgasemissie bedragen zo’n 100 miljoen Britse pond per jaar. Dit blijkt uit berekeningen van de overheid. De onderzoekers van het agrarische onderzoeksinstituut Rothamsted Research concluderen echter dat de belasting op rood vlees voor de Britse samenleving meer schade dan profijt zal brengen.

Klimaatverandering

“Als je alleen kijkt vanuit het perspectief van klimaatverandering, kan een vleestax bijdragen aan de reductie van broeikasgassen”, beaamt Takahashi. “Maar daarmee is slechts de helft van het verhaal vertelt.”

Volgens de onderzoeker zal de vleestax leiden tot het stoppen van veehouderij die vooral gebaseerd is op het weiden van vleesvee. “En dat terwijl grasland voor het weiden van vee de meest nuttige bestemming van dat specifieke areaal is.”
Het stoppen van deze graasbedrijven, treft volgens Takahashi hele gemeenschappen op het platteland nadelig, alsook specifieke voedselketens.

Broeikasgassen

In Groot-Brittannië pleit het National Food Strategy Report voor een reductie van 30 procent van de vleesconsumptie. Het rapport laat de invoering van een vleestax echter buiten de opties om dit te bewerkstelligen. “De invoering daarvan wordt gezien als politiek onmogelijk.”
Deze conclusie is door critici met verontwaardiging ontvangen. Zij zien de invoering van een belasting op rood vlees als een belangrijke stap richting de reductie van broeikasgassen, omdat herkauwers een grotere bijdrage leveren aan de emissie daarvan dan pluimvee, varkens en plantaardige voeding.

Gras versus graan

Echter, in het Verenigd Koninkrijk worden schapen en koeien vooral gehouden op grasland. Voor het houden van kippen en varkens is diervoeder nodig, die grotendeels bestaan uit granen. Daarvoor is akkerland nodig. Bovendien kunnen granen ook worden benut voor humane voeding. “Het telen van grondstoffen voor het voeren van dieren leidt meestal minder efficiënt grondgebruik dan voor gebruik in humane voeding.”

Nuancering

Volgens Takahashi is een genuanceerde benadering nodig in plaats van het simpel invoeren van een belasting op rood vlees. “We moeten kijken in welke regio’s van het land rundvee en schapen het beste gedijen op grasland. Ook areaal dat meer geschikt is voor andere doeleinden moet in beeld komen. Denk daarbij aan functie zoals graanproductie, bosbouw of andere toepassingen.”
Deze benadering vraagt volgens de onderzoeker ook een meer genuanceerde weging van de koolstofuitstootbesparingen. “We moeten daarbij de hoeveelheid geproduceerde voedingsstoffen en de impact op de economie meenemen, zowel lokaal als nationaal.”

Modelleren

In het onderzoek, gepubliceerd in Scientific Reports, modelleerde het onderzoeksteam de economiebrede impact van een vleestax. Hieruit concluderen de onderzoekers dat een gematigd belastingtarief in Groot-Brittannië leidt tot een economisch verlies van 242 miljoen Britse pond per jaar. Als gematigd tarief geldt 19 cent voor vlees en 11 cent voor zuivel.

Deze verliezen zijn het gevolg van omschakeling van land en werk van veehouderij naar akkerbouw en niet-agrarische activiteiten. Volgens het onderzoek dalen vlees- en melkproductie. Dit leidt tot substantiële beperking van de broeikasgasemissie van de landbouw en daaraan verbonden industrieën.

Macro-economie

Bij het voorgestelde belastingtarief komt de berekende reductie van broeikasgas 2,5 MT CO2 equivalenten per jaar. Dat komt overeen met een geldelijk voordeel van 101 miljoen Britse pond per jaar uitgaande van 41 Britse pond per ton CO2 equivalenten.

Volgens Takahashi hebben de analyses tot nu alleen rekening gehouden met de opbrengsten. De bredere gevolgen van de invoering van een vleestax bleven buiten beschouwing. “De macro-economische effecten van een vleestax waren voor deze studie niet in beeld”, aldus de onderzoeker.

Duurzame productie

In beeld brengen waar grasland ten behoeve van duurzame voedselproductie blijft bestaan, is volgens Takahashi van belang voor de toekomst van de Britse agrarische sector. “We consumeren meer dierlijke producten dan nutritioneel aanbevolen. Het is dus misschien suboptimaal om al het huidige grasland te blijven benutten. De vraag is dan onder welke bodem -, lokale klimaat – en andere omstandigheden graasbedrijven kunnen blijven. Daarop moeten we eerst een antwoord hebben voordat we boeren vertellen dat ze moeten stoppen met hun veehouderij. Anders zijn onbedoelde bijeffecten van een vleestax onvermijdelijk”, aldus Takahashi.

Publicatie

Het Biotechnology and Biological Sciences Research Council (BBSRC) financierde het onderzoek van het team van Takahashi via het Soil to Nutrition institute strategic programme. Scientific Report publiceerde de resultaten van het onderzoek:

Nutrient provision capacity of alternative livestock farming systems per area of arable farmland required‘ by Lee MRF, Domingues JP, McAuliffe GA, Tichit M, Accatino F and Takahashi T.

Lees ook: Vleestaks niet populair bij consument

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Mis geen enkel nieuws uit de diervoederindustrie