Robin Weening: ‘Je wilt voorkomen dat circulair voer een commodity wordt’

FeedValid staat bekend als specialist in het opwaarderen van reststromen uit de foodindustrie tot nieuwe circulaire diervoeringrediënten. Brood, chocola, chips, babymelkpoeder en aardappel zijn de belangrijkste reststromen. Vorig jaar nam het bedrijf een nieuwe productielijn voor pensbestendig eiwit in gebruik én trad een nieuwe directeur aan: Robin Weening. Hij vertelt onder meer over uitdagingen en kansen: “Je voelt hier niet dat de sector onder druk staat. We zien nog genoeg kansen om de sector verder te helpen.”

Je werkt nu ruim een half jaar als directeur bij FeedValid. Ervoor werkte je als businessunit directeur herkauwers bij ForFarmers UK. Vanwaar de overstap?

“Bij ForFarmers was het de laatste jaren mijn taak om de businessunits in Engeland verder te integreren en te zorgen voor een groei van het marktaandeel. Die doelen zijn grotendeels bereikt, het was dus een mooi moment voor een overstap en ik wilde graag weer in Nederland werken. Ik had een andere functie binnen ForFarmers kunnen aannemen, maar ik werd benaderd voor de rol van directeur bij FeedValid. Dat sprak me aan: FeedValid zit een stap eerder in de keten, onze klanten zijn de mengvoederfabrikanten. Daardoor heb je minder, maar grotere klanten en dat geeft meer tijd om na te denken hoe we de sector vooruit kunnen helpen. Ook het type product dat FeedValid verkoopt sprak me aan: circulaire producten zijn in trek en relevant, net als het opwaarderen van grondstoffen. De overstap leek me dus een mooie stap om de sector vooruit te helpen.”

Hoe bevalt het tot nu toe bij FeedValid?

“Het bevalt heel goed. FeedValid is een familiebedrijf, waar een heel andere dynamiek heerst dan in een groter bedrijf. Het type mensen dat hier werkt spreekt me aan, net als de wil om vooruit te gaan en de keten te verduurzamen. Je voelt hier niet dat de sector onder druk staat. We zien nog genoeg kansen om de sector verder te helpen.”

Wat is jouw functie daarin precies? Waarmee houd je je bezig?

“Mijn rol is tweeledig. Aan de ene kant is het mijn taak om de organisatie verder uit te bouwen. We groeien, dus is het zaak om intern processen te optimaliseren en te professionaliseren. Tegelijkertijd moet ik de groeikansen proberen te pakken. Het is verleidelijk om meer groeikansen te pakken dan we aankunnen, dus daarvoor moet ik waken.”

Waar liggen jullie grootste groeikansen?

“Onze grootste groeikansen liggen in het aanboren van nieuwe markten. We zijn nu vooral actief in Nederland en België, maar we kijken bijvoorbeeld ook naar Oostenrijk en Polen. Het is best ingewikkeld om in een nieuwe markt actief te worden: wie produceren er reststromen? Hoe ontzorgen we onze leveranciers zo goed mogelijk? Zodat we een aantrekkelijke partij zijn om mee samen te werken? Waar kunnen we de producten drogen en verwerken? En waar zetten we ze af? Het liefst houden we alles binnen een straal van 150 kilometer. Naast geografische kansen liggen er kansen in het vinden van nieuwe grondstoffen. We zoeken continu naar meer stromen die we een bestemming kunnen geven in diervoer. Bijvoorbeeld door ze via een bewerkingsslag geschikt te maken. Of door te kijken hoe we het verpakkingsmateriaal volledig uit een bepaalde reststroom kunnen halen. Daarvoor werken we veel samen met partners, zoals onze nieuwe samenwerkingspartners Rodenburg Biopolymers en Schothorst Feed Research.”

Naar welke nieuwe stromen kijken jullie dan bijvoorbeeld?

“Daar kan ik nog niet heel veel over zeggen. Maar we kijken bijvoorbeeld naar groente- en fruitrestromen uit supermarkten. Er is food waste genoeg, maar het moet ook economisch interessant zijn om ze te verwerken tot diervoer.”

Is er nu veel concurrentie vanuit andere bedrijven of sectoren?

“Ja, de concurrentie is groot en groeit. Vooral door de nieuwe Europese duurzaamheidsdoelstellingen zijn steeds meer bedrijven bezig met het verkleinen van hun voetafdruk. Het gebruik van reststromen kan daarin een goede stap zijn. En dus komt er steeds meer concurrentie, bijvoorbeeld vanuit private equity-bedrijven die er brood in zien en vanuit de grotere mengvoederbedrijven. Al kijken de meeste mengvoederbedrijven vooral naar natte reststromen. Het is dus onze uitdaging om de juiste stromen naar ons toe te krijgen. Wij hebben gelukkig al jarenlange ervaring en kunnen ons daardoor onderscheiden. Bijvoorbeeld op het gebied van verpakkingen verwijderen. Dat is bij sommige reststromen nog niet zo eenvoudig.”

Jullie hebben als bedrijf met een aantal uitdagingen te maken. Tegen welke uitdagingen merk je dat jullie klanten aanlopen?

“De markt van onze klanten krimpt en zal naar alle waarschijnlijkheid verder krimpen. Terwijl ze tegelijkertijd aan toenemende duurzaamheidseisen moeten voldoen. Die combinatie vormt meteen hun grootste uitdaging. Als FeedValid willen we onze klanten graag helpen met verduurzamen. Door onze nutritionele kennis over circulaire producten te delen. Maar ook door met hen mee te denken: hoe verwerk je reststromen in je voer? En hoe zet je dit concept goed in de markt, zodat het toegevoegde waarde heeft?”

Je hebt het over concepten. Circulair voeren blijft wat jou betreft dus wel beperkt tot concepten?

“Ja, je wilt voorkomen dat circulair voer de nieuwe standaard wordt. De waardering ervoor verdwijnt anders. Circulair voer heeft een meerwaarde. Circulaire producten halen wij bij de bakker vandaan met een footprint van 0. Door het drogen, bewerken en transport blijft de footprint niet 0, maar wel laag. Terwijl het aanbod aan deze circulaire producten beperkt is en afneemt doordat iedereen minder voedsel probeert te verspillen. Dat zorgt ervoor dat circulaire producten een toegevoegde waarde hebben en dus geen commodity zullen worden.”

Er zijn voor jullie dus nog genoeg uitdagingen en kansen. Waar hopen jullie over vijf jaar te staan?

“We zitten in een hele comfortabele positie. Veel bedrijven in de diervoedersector voelen de druk van krimp, bij ons is dat anders. Er zit dynamiek en groei in. Over vijf jaar hoop ik dat we bij FeedValid de markten buiten Nederland hebben verstevigd, dat ons marktaandeel is vergroot en dat er nieuwe stromen bij zijn gekomen. Ook hoop ik dat we ons karakter van familiebedrijf kunnen behouden. Waarin we nieuwe dingen kunnen proberen en we af en toe een misser kunnen maken. Al weet ik ook dat het lastiger is om het familiaire karakter te behouden naarmate je groter groeit. We hopen met FeedValid zo veel mogelijk bij te dragen aan verduurzaming van de sector. Met als uiteindelijke doel: landbouwgrond gebruiken voor de teelt van humane voeding en de bijproducten en reststromen voor diervoer. Dan heb je een optimale benutting van landbouwgrond.”