In 2022 daalde de verkoop van antibiotica in de diergeneeskunde sterk ten opzichte van 2021: -24,5% voor de totale verkoop, -36% voor de met antibiotica gemedicineerde voeders en -55,3% voor colistine. Deze resultaten worden vertaald in een cumulatieve daling van -58,2% ten opzichte van 2011 (het referentiejaar). Wel steeg de verkoop van kritisch belangrijke antibiotica met 1,1%. De monitoring van het antibioticumgebruik op het niveau van de veehouderijen toont in 2022 een daling bij varkens en vleeskalveren. De resultaten zijn minder gunstig bij pluimvee.
Tweede antibioticumconvenant
Begin 2021 ondertekenden de federale overheid, Amcra en de sectorpartners een tweede antibioticumconvenant voor de periode 2021-2024. Dit convenant bevat de reductiedoelstellingen opgesomd in de Visie 2024 van Amcra voor de verkoop van antibiotica bij dieren:
- Totale verkoop van antibiotica (doelstelling 2024: -65% ten opzichte van 2011)
• Bereikte daling ten opzichte van 2021: -24,5% - Verkoop van met antibiotica gemedicineerde voeders (doelstelling 2024: – 75% ten opzichte van 2011)
• Bereikte daling ten opzichte van 2021: -36% - Verkoop van kritisch belangrijke antibiotica (doelstelling 2024: minstens -75% ten opzichte van 2011)
• Resultaat ten opzichte van 2021: +1,1 % - Verkoop van colistine (doelstelling 2024: maximum 1 mg/kg biomassa)
• Resultaat in 2022: 0,5 mg/kg biomassa
• Bereikte daling ten opzichte van 2021: -55,3%
Groter gebruik fluoroquinolones vleeskippen en -kalveren
Naast de drie zeer positieve resultaten moet er wel een lichte stijging van +1,1% gemeld worden in de verkoop van de kritisch belangrijke antibiotica, die toegeschreven kan worden aan een groter gebruik van fluoroquinolones bij vleeskippen en vleeskalveren in 2022. Deze twee sectoren hebben reeds corrigerende maatregelen genomen om deze trend te doen keren.
Datacollectiesysteem Sanitel-Med
Door de verplichte registratie van het gebruik van antibiotica op het niveau van de veehouderijen in het nationale datacollectiesysteem Sanitel-Med was het mogelijk om specifieke doelstellingen vast te leggen voor varkens, vleeskippen en -kalveren. Deze doelstellingen werden geconcretiseerd aan de hand van reductiepaden op het niveau van de verschillende diercategorieën, met grenswaarden die periodiek dalen.
Deze reductiepaden hebben in 2022 hun vruchten afgeworpen voor de meeste diercategorieën: -44,5% bij de kraambiggen, -22,7% bij de gespeende biggen, -24% bij de vleesvarkens, -18,2% bij de zeugen en beren, -5,1% bij de vleeskalveren en -24,5% bij de leghennen. Enkel bij de vleeskippen werd in 2022 een stijging van +10,2% vastgesteld ten opzichte van 2021.
Alarmgebruikers
Het doel is om eind 2024 maximaal 1% van de gebruikers in de alarmzone (veehouderijen die een structureel hoog antibioticumgebruik hebben) te hebben. In 2022 is het aantal alarmgebruikers bij varkens gedaald van 9 naar 4,5% en bij vleeskippen van 0,4 naar 0,1% ten opzichte van 2021, en dit ondanks de strengere grenswaarden. Deze bemoedigende resultaten kunnen worden toegeschreven aan de inspanningen van de verschillende sectoren en belanghebbenden. Als onderdeel van het Antibioticaconvenant 2021-2024 hebben verschillende organisaties zich geëngageerd om coaching te gebruiken en de implementatie ervan aan te moedigen om veehouders en dierenartsen te ondersteunen. Bij vleeskalveren stagneert het % alarmgebruikers in 2022 rond de 13% en blijft zo ongewijzigd ten opzichte van 2021.
Antibioticumresistentie
De resultaten van de monitoring van antibioticumresistentie bij de Gram-negatieve indicatorbacterie Escherichia coli van voedselproducerende dieren tonen een lichte afname van resistentie sinds de start van de monitoring in 2011. Voor de Gram-positieve indicatorbacterie Enterococcus faecalis en E. faecium is er een stagnatie te zien in antibioticumresistentie sinds de start van de monitoring in 2019.
Preventie belangrijk
De grootste uitdaging tegen 2024 zal erin bestaan om het aantal alarmgebruikers fors te doen verminderen in alle sectoren. Bijzondere aandacht zal moeten blijven gaan naar de kritisch belangrijke antibiotica. Echter, om antibioticumresistentie te doen afnemen, moet het gebruik van alle antibioticumklassen verminderen. Om dit mogelijk te maken, moet het accent nog meer komen te liggen op preventie door middel van bioveiligheid, vaccinatie, de kwaliteit van voeding en drinkwater, en alternatieven voor antibiotica. Ook moet bijzondere aandacht besteed worden aan een goede monitoring van antibioticumresistentie en het achterhalen van factoren die bijdragen aan de evolutie in gevoeligheid en multiresistentie van indicatorbacteriën.
Gezien de bestaande uitdagingen engageren alle organisaties die het Antibioticaconvenant hebben ondertekend, zich om verdere acties te nemen op het terrein.