Ga naar hoofdinhoud

Nevedi: ‘Publicatie Wageningen staat ver af van realiteit’

Volgens een recent verschenen publicatie van Wageningen UR kunnen de nationale klimaatdoelstellingen voor 2030 bijna worden gehaald door de veehouderij en de diervoederproductie in Nederland aan elkaar te koppelen. Dit zou namelijk de ammoniakuitstoot met bijna de helft verminderen en de uitstoot van broeikasgassen met meer dan een kwart. Nevedi plaatst kritische kanttekeningen: ‘dit is een wetenschappelijk interessante publicatie, maar in zijn uitgangspunten staat het ver van de realiteit.’

Kanttekeningen vanuit Nevedi

Export

Het concept van koppeling van de veehouderij aan diervoerproductie op de postzegel Nederland gaat voorbij aan de realiteit dat de Nederlandse agrosector zijn afzetmarkt voor het overgrote deel heeft in de driehoek Londen, Parijs, Berlijn. Export naar derde landen is daarnaast essentieel voor de vierkantsverwaarding (=circulair) van alle dierlijke producten.

Klimaatverandering

Klimaatverandering is een wereldwijd probleem; maatregelen op nationaal of Europees niveau kunnen, zoals de onderzoekers in het rapport ook zelf al aangeven, zelfs averechtse gevolgen hebben voor het mondiale klimaat.

Voedselzekerheid

De recente geschiedenis heeft aangetoond dat het van groot strategisch belang is om een sterke agroketen te koesteren. Crises en geopolitieke spanningen kunnen grote impact hebben op de Europese voedselzekerheid.

Import

De agroketen werkt in een internationale context. Bij stijgende binnenlandse kostprijzen zal ook de importdruk toenemen. Dit leidt tot een verschuiving van import van grondstoffen naar import van dierlijke producten, met de Nederlandse agroketen als kind van de rekening.

Circulaire grondstoffen

De Nederlandse diervoersector is bij uitstek gericht op de inzet van circulaire grondstoffen in diervoeders en zal dit najaar als onderdeel van het Nevedi project Duurzaam Diervoeder 2030 in overleg met de dierlijke ketens komen tot ambities voor de toekomst.

Gevolgen economie

Nevedi vindt dat meer onderzoek nodig is om de consequenties op systeemniveau in kaart te brengen: wat betekent een koppeling van veehouderij en diervoederproductie voor de agrofoodketen in zijn geheel (dus inclusief de periferie), voor onze economie, voor de Nederlandse handelsbalans en voor het klimaat op wereldschaal?

De WUR-publicatie in het kort

Het onderzoek van WUR is gepubliceerd in Science of the Total Environment. De onderzoekers hebben aan de hand van vier scenario’s doorgerekend wat het betekent als de omvang van de veehouderij in Nederland wordt gekoppeld aan de binnenlandse diervoederproductie. Dit zal leiden tot krimp van de huidige veestapel en van de export van dierlijke producten. Het huidige voedingspatroon van de Nederlandse consument kan volgens de onderzoekers wel behouden blijven als de koppeling wordt doorgevoerd.

Strengste scenario

Het strengste scenario – waarbij landbouwhuisdieren alleen gevoerd worden met lokaal geproduceerde voeders, de nationale emissiedoelen gerespecteerd worden én feed-food competitie vermeden wordt – zal grote gevolgen hebben voor de omvang van de veestapel in Nederland. Het aantal melkkoeien zal afnemen van vier naar een miljoen dieren, de vleeskuikenhouderij verdwijnt volledig, het aantal leghennen wordt met meer dan twee derde gereduceerd en het aantal varkens neemt af van ruim twaalf tot ongeveer twee miljoen dieren. In dit scenario neemt het aantal dieren in de vleesveehouderij toe met een factor vier.

Scenario 2 en 3

In scenario 2 en 3 – waarbij vermijden van feed-food competitie geen criterium is – verdwijnt de vleesveehouderij volledig, krimpt de melkveehouderijsector enigszins en blijft er van het aantal vleeskuikens en varkens minder dan de helft over. Van het aantal leghennen verdwijnt ook in deze scenario’s twee derde van het aantal dieren uit Nederland.

Theoretisch gedachtenexperiment

Nevedi beschouwt de WUR-publicatie als een theoretisch gedachtenexperiment: ‘het geeft een interessante denkrichting aan, maar de consequenties voor het landbouw- en voedingssysteem als geheel – zowel op Nederlands, Europees als op mondiaal niveau – en voor het klimaat in de gehele wereld zijn onvoldoende uitgewerkt.’

De WUR-studie houdt volgens Nevedi ook onvoldoende rekening met nieuwe ontwikkeling in de diervoeding, zoals de teelt van insecten en de beschikbaarheid van andere (nieuwe) diervoedergrondstoffen en reststromen. Ook deze ontwikkelingen dragen bij aan verduurzaming van de diervoederketen en een meer circulair gebruik van grondstoffen.

De WUR-publicatie biedt volgens Nevedi wel een goed uitgangspunt voor uitwerking van vervolgvragen met betrekking tot de genoemde consequenties en recente ontwikkelingen.

Veel grondstoffen van eigen bodem

De in Nederland gebruikte diervoedergrondstoffen zijn al grotendeels van binnenlandse herkomst. Dat werd ook geconstateerd in een WUR-rapport eerder dit jaar. Uit deze inventarisatie blijkt dat van het totaal aan diervoedercomponenten (mengvoedergrondstoffen, ruwvoeders en (natte) bijproducten) bijna de helft afkomstig is uit eigen land en daarnaast ongeveer 38 procent uit geografisch Europa. Het aandeel nationaal of regionaal verkregen grondstoffen in Nederlandse diervoeders neemt nog steeds toe. Nevedi draagt bij aan deze positieve trend door in het project Duurzaam Diervoeder 2030 te werken aan verdere verduurzaming van de diervoederketen.

‘Consequenties onvoldoende uitgewerkt’

Henk Flipsen (directeur Nevedi): “Dit WUR-onderzoek heeft een interessante publicatie opgeleverd, maar ik zie het vooral als een gedachtenexperiment: De consequenties voor het gehele voedselsysteem worden onvoldoende uitgewerkt. Ter vergelijking: als we in Nederland alle diesel- en benzineauto’s verbieden, dan dragen we ongetwijfeld bij aan onze nationale klimaatdoelstellingen, maar hoe komen we dan van A naar B? Als we de dierlijke productiesectoren fors inkrimpen, dan komt de vierkantsverwaarding van dierlijke producten in het gedrang. Wat zijn dan de gevolgen voor het mondiale klimaat, voor onze handelsbalans en voor onze economie?“

Ter vergelijking: als we in Nederland alle diesel- en benzineauto’s verbieden, dan dragen we ongetwijfeld bij aan onze nationale klimaatdoelstellingen, maar hoe komen we dan van A naar B?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Mis geen enkel nieuws uit de diervoederindustrie