Verdere verduurzaming meetbaar maken en concrete sectordoelen formuleren. Dat is de kern van het project Duurzaam Diervoeder 2030, dat Nevedi woensdagmiddag 8 november op haar jaarlijkse congres in Den Haag heeft gepresenteerd aan een breed publiek van stakeholders.
Wat opviel tijdens de bijeenkomst was de eensgezindheid onder de aanwezige ketenpartners. “Dat is heel fijn om te merken”, zei Nevedi-directeur Henk Flipsen na afloop. “We zitten binnen het project Duurzaam Diervoeder 2030 nu eigenlijk in een soort tussenfase, maar het is van belang dat de neuzen van de verschillende sectoren allemaal dezelfde kant op staan. Daarmee begint het.”
Internationaal draagvlak belangrijk
De eerste voorzichtige stappen zijn gezet, maar er is ook nog heel werk te verzetten, zo bleek tijdens de podiumdiscussie. Draagvlak vinden binnen Europa en liefst daarbuiten is wenselijk, want: “als wij dit als Nederland in ons eentje gaan aanpakken, gaan we gegarandeerd de bietenbrug op”, zei één van de sprekers.
Verder erkenden de aanwezigen dat het belangrijk is dat er wordt samengewerkt. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat er uiteindelijk een eenduidig rekenmodel voor de CO2-footprint komt. “Als wij de footprint op een andere manier gaan doorberekenen dan bijvoorbeeld de overheid, dan ontstaat er een verschil in uitkomst en worden wij als agrarische sector daar als eerste op afgerekend”, waarschuwde Roy Meijer van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK).
Uitvoering lastige horde
Wanneer straks de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) zijn bepaald en de footprint kan worden vastgesteld is de vervolgvraag hoe dit kan worden vermarkt. “Hoe gaan we wat we met zijn allen hebben afgesproken uitvoeren en wegzetten in de markt? Hoe krijgen we de consument mee? Dat is nog een moeilijke stap”, verwacht Mark den Hartog van Nepluvi, die benadrukte dat er de afgelopen jaren vanuit de pluimveesector op het gebied van duurzaamheid ook al de nodige stappen zijn gezet. “Dat wordt nogal eens makkelijk vergeten, maar we zitten beslist niet stil.”
Project Duurzaam Diervoeder 2030
De diervoedersector levert een forse bijdrage aan de verdere verduurzaming, aan circulariteit, kringlooplandbouw en concreet: aan verlaging van de milieu-impact van dierlijke ketens en hun producten. Met KPI’s en een monitoringsprogramma maakt Nevedi de inzet inzichtelijk op het terrein van klimaat, biodiversiteit, circulariteit en regionale grondstoffen.
Samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is Nevedi in 2022 gestart met het project Duurzaam Diervoeder 2030.
Vervolg
“We weten nu wat we verstaan onder duurzaam diervoeder en waar we concreet op kunnen en willen inzetten”, zegt Flipsen. “Samen met de ketens gaan we nu per sector vaststellen welke doelen op welke termijn haalbaar zijn richting 2030, maar ook voor daarna.”
Sally Hoffer is vanuit het ministerie van LNV vanaf het begin bij het project betrokken. Zij complimenteerde Nevedi voor de route die ingezet is om gezamenlijk werk te maken van de eiwitstrategie en het transparant maken van de footprint van diervoeders.
Kanttekening
De ketenpartners zijn eveneens zeer positief over het initiatief, omdat de sectoren hun inzet op verdere verduurzaming inzichtelijk kunnen maken. In een goede podiumdiscussie – met vertegenwoordigers uit de diverse dierlijke ketens en andere stakeholders – werd wel een belangrijke kanttekening gemaakt.
Producten met aantoonbaar extra inzet op duurzaamheid en een lagere footprint moeten op de binnenlandse en buitenlandse markt ook goed kunnen worden vermarkt. Daarom zou positieve support van de overheid welkom zijn voor wat Nederlandse ketens ondertussen al hebben gedaan en waar verder nog op wordt ingezet.
Meer hierover in De Molenaar 17, 2023. Deze verschijnt vrijdag 15 december 2023.