Door te werken met weinig diversiteit in vee en gewassen, maakt de landbouw zichzelf kwetsbaar voor ziektes en plagen. Daarom zet WUR tijdens VN biodiversiteitsconferentie agrobiodiversiteit op de agenda. Op het gebied van gewassen en vee, maar ook op het gebied van landbouwmethodes kan diversiteit voor meer veerkracht zorgen.
75 procent van ons voedsel is afkomstig van 12 soorten planten en 5 soorten dieren. Dat meldde de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties (VN) al in de jaren 90. In veel gevallen zijn die gewassen en dieren onderdeel van intensieve bedrijven. “Oersoorten zijn veredeld en gefokt tot zeer specifieke planten en dieren die door intensieve landbouw in feite in de watten worden gelegd”, stelt Theo van Hintum, hoofd plantaardige genetische bronnen bij het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). “Dat brengt risico’s met zich mee.”
Kwetsbaar agrosysteem
“Net als in ecosystemen zorgt een gebrek aan biodiversiteit in agrosystemen voor kwetsbaarheid”, stelt Van Hintum. Als een soort vatbaar blijkt voor een nieuwe ziekte of plaag, dan kan een groot gedeelte van de voedselproductie onder druk komen te staan. Er hoeft, bij wijze van spreken, maar één schakel te breken. Daarom brengt Wageningen University & Research (WUR) agrobiodiversiteit uitgebreid onder de aandacht tijdens de aanstaande VN-wereldtop over biodiversiteit, de COP 16, in Colombia.
Diversiteit aan landbouwpraktijken
Agrobiodiversiteit betekent niet alleen een diversificatie van gewassen, maar ook van landbouwpraktijken. ‘Soortendiversiteit brengt dat eigenlijk al met zich mee. Verschillende soorten vragen om verschillende praktijken,’ legt Bourke uit. ‘Van intensieve landbouw schakelen boeren over op biodiversiteitspositieve vormen die niet alleen ruimte maken voor de omgeving, maar ook zelf, intern, meer divers zijn.’ Hij en zijn collega’s denken dan bijvoorbeeld aan stroken- en mengteelt, waarbij meerdere gewassen naast elkaar worden verbouwd, en ook aan meer gemengde bedrijven, waarbij akkerbouw en veeteelt elkaar aanvullen.
Lees meer op de website van Wageningen UR