Mycotoxinen komen vaker voor − en vormen een groter probleem in de landbouw − dan ooit tevoren. Meer dan 95% van de gewassen is tegenwoordig besmet met ten minste één mycotoxine, en meestal met twee of meer. Dat blijkt uit de eerste resultaten van de Alltech 2024 European Harvest Analysis. Dit rapport biedt vroege, gedetailleerde en bruikbare inzichten over de mycotoxinerisico’s van dit jaar.
Lastig detecteerbaar
Omdat mycotoxinen moeilijk te detecteren zijn, kunnen ze aanzienlijke schade toebrengen aan de diergezondheid voordat producenten zelfs maar beseffen dat ze aanwezig zijn. Een proactief programma voor het beheer van mycotoxinen is essentieel. De eerste stap is leren welke mycotoxinen het grootste risico vormen in specifieke regio’s, gewassen en soorten.
Wijze van testen
Het Alltech 2024 European Harvest Analysis-programma test monsters van nieuwe gewassen granen en voedergewassen die zijn verzameld op boerderijen of productielocaties voor diervoeders in 20 landen, om een nauwkeurig beeld te krijgen van de mycotoxinebesmetting op het hele continent.
Alle monsters worden getest in het Alltech 37 + lab , dat de aanwezigheid van 54 mycotoxinen kan detecteren. Maismonsters uit Midden- en Zuid-Europa worden ook getest in samenwerking met SGS, een wereldleider op het gebied van mycotoxinetesten en -certificering.
Matig tot hoog mycotoxinerisico
Het onlangs uitgebrachte tussentijdse rapport toont tot nu toe in 2024 een matig tot hoog mycotoxinerisico, met aanzienlijke regionale variaties. Dit is vergelijkbaar met de resultaten die vorig jaar rond deze tijd te zien waren. Type B-trichothecenen en opkomende mycotoxinen komen het meest voor, maar type B-trichothecenen zoals deoxynivalenol brengen het meeste risico met zich mee in granen.
Weersomstandigheden grote veroorzaker
Toenemende weersfluctuaties leveren een belangrijke bijdrage aan de toenemende mycotoxinerisico’s van vandaag, die sterk variëren per regio. Zo hebben regens en overstromingen in het vroege seizoen, gevolgd door droogtes in het late seizoen, dit jaar in Midden- en Zuidoost-Europa voor duidelijke uitdagingen gezorgd voor gewasproducenten.
Sommige landen, waaronder Hongarije, Servië, Roemenië en Bulgarije, vertonen hoge niveaus van aflatoxine B1 in maoskorrelmonsters, met concentraties tot 506 ppb.
“Het weer in Europa was dit jaar extreem en onvoorspelbaar, wat tot uiting kwam in het gedrag van schimmels en de productie van mycotoxinen.”, zegt Dr. Radka Borutova, werkzaam bij Alltech. “Het mycotoxinerisico voor alle diersoorten is gemiddeld tot hoog, en voor sommige mycotoxinen, zoals aflatoxine B1, zelfs extreem hoog. De toepassing van effectief mycotoxinebeheer is de enige manier om deze impasse te doorbreken.”
Tarwe en gerst
Bij tarwe en gerst blijkt dat de tot nu toe geanalyseerde tarwemonsters gemiddeld 7,7 mycotoxinen per monster bevatten, waarvan 99% meerdere mycotoxinen bevat. Gerstmonsters vertonen gemiddeld 6,3 mycotoxinen, waarbij 98% van de monsters meerdere mycotoxinen bevat. De meest voorkomende mycotoxinen in zowel tarwe als gerst zijn opkomende mycotoxinen en type B trichothecenen. Het algehele risico voor zowel gerst als tarwe is matig.
Stro
Voor stro laten de tot nu toe geteste monsters gemiddeld 5,9 mycotoxinen per monster zien, waarbij 91% van de monsters meerdere mycotoxinen bevat. De meest voorkomende zijn opkomende mycotoxinen en deoxynivalenol, waarbij het algehele risico hoog is.
Voedergewassen
Voor gras- en maiskuilvoer tonen de voorlopige bevindingen gemiddeld 2,9 mycotoxinen per monster, waarbij 68% van de monsters meerdere mycotoxinen bevat. De meest voorkomende zijn type B trichothecenen en penicilliummycotoxinen zoals penicillinezuur, mycofenolzuur en patuline, waarbij het algehele risico hoog is.
Zodra het testen en de analyse zijn voltooid, zal het volledige Alltech 2024 European Harvest Analysis-rapport worden vrijgegeven, met een completere en gedetailleerdere uitsplitsing van de belangrijkste resultaten per regio, gewas en soort.