Tarwe die normaliter als veevoer wordt geclassificeerd, is ook goed bruikbaar in verschillende toepassingen voor menselijke consumptie, blijkt uit onderzoek van Low Food en Flevo Campus. Drie voedselproducenten (Tortilleria Taiyari, Boonzaak en Mothers Kitchen Almere) onderzochten onder leiding van onderzoeker Elzelinde van Doleweerd met succes verschillende toepassingen.
Kortere keten en beter verdienmodel voor de boer
De classificering van tarwe als baktarwe (voor menselijk gebruik) of voedertarwe (voor veevoer) vindt voornamelijk plaats op basis van eiwitgehalte, omdat het zich dan goed leent voor het bakken van brood. Het is voor Nederlandse boeren vaak niet aantrekkelijk om baktarwe te verbouwen. Daarvoor moet een boer namelijk extra (kunst)mest gebruiken, en dat kost meer geld dan de meerwaarde die baktarwe per ton oplevert. Daarom wordt veel graan geïmporteerd uit landen als Frankrijk en Duitsland. Met meer toepassingen voor Nederlandse voedertarwe wordt de keten korter, én is er een beter verdienmodel voor de boer mogelijk, aldus de onderzoekers. Doel van alle experimenten was daarom om een schaalbaar recept of product met Nederlandse voedertarwe te creëren.
Hoge kwaliteit producten van voedertarwe
De producenten gingen aan de slag met zowel bak- als voedertarwe: wat is het effect van de verschillende soorten tarwe op hun specialiteiten? Daarbij werd er een vergelijking gemaakt tussen twee soorten mixen van rassen voedertarwe met verschillende eiwitgehaltes en een baktarwe ras (KWS Extase, afkomstig van de Boerderij van de Toekomst). Opvallend is dat uit het onderzoek blijkt dat de varianten gemaakt met voedertarwe vaak beter zijn dan die met baktarwe. Alle drie de producenten kwamen tot een smaakvol eindproduct, gemaakt van voedertarwe: Mexicaanse tortilla’s, tempeh van tarwe en grijze erwt en verschillende Indiase deegwaren als dosa, idli, chapati en puri.