Een nieuwe studie in opdracht van Transport & Environment (T&E) toont aan dat Europa steeds meer dierlijke vetten gebruikt om auto’s en vliegtuigen aan te drijven. Volgens een studie is het gebruik van biodiesel van dierlijk vet in het afgelopen decennium verdubbeld en 40 keer hoger dan in 2006. De vraag naar dierlijke vetten in biobrandstoffen zal naar verwachting ook verdrievoudigen tegen 2030 in vergelijking met 2021. Europa verbrandt nu al 46% van alle dierlijke vetgrondstoffen als biodiesel, waardoor transport de grootste gebruiker van dergelijke vetten is. Zoals bij elk product is de beschikbaarheid van dierlijke vetten echter beperkt.
Concurrerend gebruik en onduurzaamheid
EU-regels classificeren drie soorten dierlijke vetten, afhankelijk van hun risiconiveau voor menselijke consumptie en ziekteoverdracht. Categorie 1 en 2 kunnen worden gebruikt in verwarmingstoepassingen, terwijl categorie 3 veel meer toepassingen heeft, onder meer in de diervoeder-, petfood- en oleochemische industrie. De toegenomen vraag naar dierlijke vetten voor transport zet het aanbod van alle categorieën onder druk, wat leidt tot verdringingseffecten: industrieën vervangen dierlijke vettendoor andere materialen, meestal goedkoop verkrijgbare (niet-duurzame) oliën.
Potentiële fraude bij etikettering?
In theorie zouden brandstofleveranciers prioriteit geven aan categorie 1 & 2-vetten. Terwijl het gebruik hiervan met 36% is toegenomen in de biodieselindustrie, is het gebruik van categorie 3-vetten voor biodiesel sindsdien met 160% gegroeid ten opzichte van 2014. In de Renewable Energy Directive staat dat categorie 1 & 2-vetten dubbel tellen bij het gebruik in brandstoffen, om zo het gebruik ervan te stimuleren. In het onderzoeksrapport staat dat het daardoor economisch voordelig kan worden om materiaal van categorie 3 te downgraden naar een lagere categorie. Er bestaat dus een risico op fraude.
Beperkte beschikbaarheid dierlijke vetten
In navolging van de studie beveelt T&E aan dat wetgevers rekening houden met de beperkte beschikbaarheid van dierlijke vetten, de problemen rond concurrerende toepassingen en de verdringingseffecten van het gebruik van biobrandstoffen van dierlijke vetten. Dit betekent:
- Vaststelling van een robuuste limiet voor het gebruik van dierlijke vetten van categorie 1 en 2 in transportbrandstoffen
- Het gebruik van categorie 3 uitsluiten, vanwege de vele andere toepassingen.
- Deze waarborgen toepassen op de luchtvaart- en scheepvaartsector.
Het verzoekt de Commissie ook om het bestaan van mogelijke fraude in het systeem te onderzoeken, sterkere waarborgen in te voeren om het risico van fraude in de toeleveringsketens aan te pakken en te zorgen voor een robuust auditsysteem door een onafhankelijke instantie, ingesteld door nationale autoriteiten of de Europese Commissie zelf.