Ga naar hoofdinhoud

‘Eerste snede 2023 meer krachtvoer dan ruwvoer’

De uitslagen van de eerste 1000 voorjaarskuilen van dit jaar laten een zeer hoge verteerbaarheid zien (gem. 81,8% VCOS). Hierdoor is ook de VEM hoog met een gemiddelde van 977. Verder valt het hoge suikergehalte op van gemiddeld 114 g/kg. Hierdoor lijken de eerste voorjaarskuilen ook dit jaar meer op krachtvoer dan op ruwvoer. Dat meldt Eurofins Agro.

Door het relatief koele en sombere voorjaar was de grasgroei in april niet explosief, onder andere door de achterblijvende bodemtemperatuur. Mede hierdoor was het gras van goede kwaliteit en lieten de vers gras resultaten een hoge verteerbaarheid zien, met verder relatief veel eiwit en weinig celwanden.

Vergelijkbaar met 2022

Deze trend heeft zich voortgezet in de eerste voorjaarskuilen, die voornamelijk in de eerste week van mei gemaakt zijn. Wat dat betreft zijn de eerste voorjaarskuilen vergelijkbaar met die van vorig jaar:

Bron: Eurofins Agro

Dat het gras in een relatie jong stadium is geoogst, is ook terug te zien aan een lager aandeel NDF, met een gemiddelde van 419 g/kg ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 462 g/kg. Ook de verteerbaarheid van NDF ligt behoorlijk hoger dan het langjarig gemiddelde, 78,8% vs. 74,7% respectievelijk.

Goede conservering

De kuilen zijn volgens Eurofins Agro over het algemeen goed geconserveerd met een gemiddeld droge stof gehalte van 39,0% en een pH van 4,7. Door het wat lagere droge stof gehalte, ligt het melkzuurgehalte boven het langjarig gemiddelde, 60 g/kg vs. 49 g/kg. Ook is door het wat lagere droge stof gehalte, het aanwezige eiwit wat onbestendiger met een gemiddelde OEB van 49. Dit vraagt om voldoende pensenergie om dit onbestendige eiwit goed te kunnen benutten.

Mineralen en KAV

Wat volgens Eurofins Agro verder opvalt bij de eerste voorjaarskuilen van dit jaar, is dat sommige mineralen wat afwijken van het langjarig gemiddelde. Zo is het gemiddelde kaliumgehalte wat hoger dan afgelopen jaren met 33,3 g/kg, ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 30,5 g/kg. Het chloorgehalte daarentegen is juist lager dan het langjarig gemiddelde, 6,2 vs 11,2 g/kg respectievelijk. Dit zorgt ervoor dat het gemiddelde kation-anion verschil (KAV) behoorlijk hoog is met 603 meq/kg, tegenover 397 meq/kg van de laatste jaren.

Aanvullen met structuur

Door de combinatie van hoge verteerbaarheid en suikers met een lager aandeel celwanden, is het wel zaak om ervoor te zorgen dat er voldoende structuur in het rantsoen zit. Voldoende structuur in het rantsoen voorkomt pensverzuring en zorgt ervoor dat de hoge voederwaarde van de eerste snede ook optimaal kan worden benut.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Mis geen enkel nieuws uit de diervoederindustrie