ILVO heeft een verkennend onderzoek gedaan naar wijzigingen in voedersamenstelling. Het gaat dan bijvoorbeeld om ander voer, het inmengen van eigen grondstoffen over omschakeling naar sojavrij voer. Veehouders en experts uit de varkens- en vleeskuikensector werd binnen het project ‘Sojavrije varkens en kippen‘ gevraagd naar mogelijke drijfveren voor een voederwijziging.
Economische reden
In eerste instantie hebben de drijfveren vaak een economische inslag (figuur 1). Wanneer men iets wijzigt in het bedrijfsmanagement, wil men ook een meerwaarde creëren voor het bedrijf. Enerzijds kan hierbij gedacht worden aan het verlagen van de voederkosten, bijvoorbeeld door alternatieve grondstoffen in te mengen of door gebruik te maken van al dan niet eigen, lokaal geteelde grondstoffen. Anderzijds kan men ook een meerwaarde creëren door te proberen een onderscheidend eindproduct te bekomen, bijvoorbeeld door een betere smaak of kwaliteit.

Persoonlijke interesse in en kennis over voedersamenstelling
Uit de interviews kwamen ook een aantal drijfveren naar boven, gelinkt aan de persoonlijkheid van de landbouwer. Die kan immers vanuit de eigen visie, interesse of kennis over voedersamenstelling meer geneigd zijn om alternatieve grondstoffen te gaan gebruiken.
“Ik had altijd al interesse in zelf mengen en inmengen van grondstoffen […]” – varkenshouder
Idealen en autonomie
Daarnaast streven sommige veehouders vanuit hun idealen naar bijvoorbeeld meer circulariteit door het verwerken van reststromen in hun voeders. Positieve ervaringen van collega’s kunnen ook leiden tot een effectieve voederomschakeling. Ook kan een grotere autonomie meespelen in de beslissing om van voedersamenstelling te veranderen. Het gevoel te hebben meer onafhankelijk te kunnen produceren, bezorgt sommige landbouwers een hogere werkvreugde.
“De grootste sojaproducent zit in Brazilië en eigenlijk willen we daarvan af.
We willen niet meewerken aan de ontbossing in Zuid-Amerika. […]” – pluimveehouder
Omgevingsfactoren ook belangrijk
Naast bedrijfsspecifieke factoren en de landbouwer zelf kunnen de drijfveren ook nog gelinkt worden aan de omgeving. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om een (vlotte) beschikbaarheid van grondstoffen in de nabije omgeving van het bedrijf. Maar ook de wetgeving rond bijvoorbeeld teeltrotatie kan aanleiding geven tot een wijziging in de voedersamenstelling op het bedrijf. Ook het feit dat de markt of afnemer vraagt om meer lokaal te gaan produceren met lokale grondstoffen kan onder deze categorie ondergebracht worden.
Merendeel van geïnterviewde landbouwers tevreden
De meeste geïnterviewde landbouwers waren tevreden over hun doorgevoerde veranderingen op het bedrijf. Soms was het uiteraard een ’trial & error’ en moest men wat langer zoeken naar het voor hun ideale verdienmodel. Soms bracht het nieuwe verdienmodel ook extra arbeid met zich mee, bv. wanneer men overschakelde op deels zelf inmengen van de grondstoffen. Maar dan woog het feit dat men meer autonoom en minder afhankelijk was van de voerfirma door op het tevredenheidsgevoel.
Factoren die het veranderingsproces beinvloeden
Een aantal factoren kunnen in het voor- of nadeel spelen bij bedrijfsveranderingen. Zo kunnen bepaalde aanwezige voederinstallaties of stalinrichtingen zich minder makkelijk lenen tot een bedrijfswijziging (bv. van droogvoedering naar brijvoedering of inmengen van CCM).
Ook de diercategorie kan een beperkende factor zijn: oudere dieren kunnen bepaalde grondstoffen al makkelijker verteren dan jongere dieren, waardoor sommige voederwijzigingen helemaal niet gewenst zijn op het bedrijf. Daarnaast kan ook de beschikbaarheid of de prijs van alternatieve grondstoffen in het nadeel spelen van het bedrijf. Al kunnen die aanwezigheid en prijs van alternatieve grondstoffen even goed ook voordelig zijn voor het bedrijf.
Daarnaast kunnen ook bepaalde samenwerkingen voordelen opleveren, bv. met een bepaalde voederfirma of met collega-landbouwers uit de omgeving. Ook een aangepast verkoopkanaal, zoals een eigen hoevewinkel kan landbouwers overstag doen gaan, rekening houdend met het aangeboden type product of de locatie zoals eerder aangehaald. Verder hangt ook veel af van de landbouwer zelf: als hij interesse heeft in de nieuwe materie en gemotiveerd is om er de nodige tijd en kennis in te stoppen, is dat zeker een stap voorwaarts.
