Ga naar hoofdinhoud

Stikstof: het probleem en de oplossingen

Wat is stikstof?

Stikstof (N2) is een kleur- en reukloos gas dat overal om ons heen is. De lucht bestaat voor ongeveer 78% uit stikstof.

Stikstof is niet schadelijk, maar sommige stikstofverbindingen zijn dat wel. Bijvoorbeeld: stikstofoxide (NOx, een verbinding van stikstof en zuurstof) en ammoniak (NH3, een verbinding van stikstof en waterstof). De problemen rondom stikstof gaan dan ook niet over stikstof zelf, maar over deze stikstofoxiden en ammoniak. Hoe meer stikstofoxiden en ammoniak er in de lucht zitten, hoe hoger de concentratie.

Hoe ontstaat stikstof?

Of eigenlijk: hoe ontstaan stikstofoxide en ammoniak? 
Stikstofoxide ontstaat bij alle soorten verbrandingen op hoge temperatuur. Bijvoorbeeld in de motoren van auto’s, vliegtuigen en in hoogovens in de industrie. Maar ook thuis: in de cv-ketel, of wanneer het gas aanstaat om te koken.

Ammoniak ontstaat wanneer een dier eiwitten heeft gegeten en mest en urine zich mengen in de stal (ongeveer 50%) en bij het uitrijden van (kunst)mest op het land (ook ongeveer 50%).

Waarom is stikstof een probleem?

De stikstofverbindingen zorgen voor het probleem.
Teveel stikstofoxiden in de lucht is schadelijk voor de gezondheid. Het draagt ook bij aan de vorming van ozon, een schadelijk bestanddeel van luchtverontreiniging. Stikstofoxide zorgt bovendien voor de vorming van smog en fijnstof. Zowel ozon als fijnstof vergroten de kans op luchtwegaandoeningen.

Te veel ammoniak in de lucht is ook schadelijk voor de mens. Maar in de buitenlucht zijn de ammoniakconcentraties bijna nooit zo hoog dat ze schadelijk worden. Ammoniak is vooral schadelijk voor de natuur: planten en bodem nemen ammoniak op, de bodem gaat meer stikstof bevatten. Zeldzame planten die het goed doen op een stikstofarme grond verdwijnen. Ook dieren, insecten of vlinders die van of bij die planten leven, verdwijnen erdoor. De biodiversiteit neemt af.

De ammoniak komt ook in het grond-, oppervlakte- en drinkwater terecht en heeft zo een negatief effect op onze gezondheid. Dit komt doordat stikstof neerslaat op het aardoppervlak (stikstofdepositie). Een gedeelte van de stikstof komt naar beneden met regen: natte depositie. Het overige deel van de stikstof komt naar beneden door de werking van de zwaartekracht (droge depositie).

Hoe lang is stikstof al een probleem?

De problemen met stikstof zijn niet nieuw. In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw nam de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden snel toe. Dit kwam doordat de veeteelt intensiever werd en de industrie en de hoeveelheid verkeer groeiden. Sinds 1990 daalt de uitstoot van stikstof flink. De afgelopen dertig jaar is de uitstoot van stikstofoxiden met bijna 75% afgenomen. Dat komt door maatregelen die de emissies in fabrieken en het verkeer deden afnemen, onder andere door de inzet van katalysatoren. Ook de uitstoot van ammoniak daalde hard. In 1991 zorgden strenge mestregels ervoor dat de uitstoot afnam. Tussen 2013 en 2017 groeide de veestapel fors, vooral het aantal koeien door de afschaffing van het melkquotum. De daling van de ammoniakuitstoot stagneerde daardoor.

In 2015 werd het Programma Aanpak Stikstof (PAS) bedacht. Er kwam geld vrij om natuur in stikstofgevoelige natuurgebieden te herstellen. Tegelijkertijd gaf dit beleid ruimte aan ondernemers. Wie een weg aan wilde leggen of meer koeien wilde houden kreeg alvast toestemming, maar de compensatie voor de natuur kwam later.

Al vrij snel werd duidelijk dat het programma niet werkte: de stikstofuitstoot nam niet af. Dit kwam vooral doordat maatregelen die werden ingezet tegen stikstofuitstoot, in de praktijk minder goed werkten dan op papier.

In 2019 bepaalde de Raad van State daarom dat het PAS niet meer mocht worden gebruikt. Om de uitstoot van stikstofoxides ammoniak toch omlaag te krijgen, moet de totale uitstoot ervan fors omlaag.

Hoeveel moet de stikstofuitstoot omlaag?

Momenteel is de stikstofuitstoot nog altijd te hoog. Op ongeveer driekwart van het Nederlandse natuuroppervlak komt nog steeds te veel stikstof terecht. Daar is de zogenaamde ‘stikstofdepositie’ te hoog. Stikstofdepositie is het neerslaan van stikstof op de bodem en in het water van reactieve stikstofverbindingen uit de lucht.


Officieel moet de stikstofdepositie terug naar de zogenaamde ‘kritische depositiewaarde’. Deze waarde verschilt per type natuur. Wageningen UR heeft berekend dat een gemiddelde depositiewaarde van ongeveer 14 kg stikstof per hectare per jaar ervoor zorgt dat een groot deel van de natuur weer terugkomt bij de kritische depositiewaarde.

Momenteel ligt de landelijke stikstofdepositie op ongeveer 21 kg stikstof per hectare per jaar. Je zou dan denken dat de stikstofdepositie met 7 kg stikstof per hectare per jaar omlaag moet. Maar van de 21 kg is 13 kg afkomstig uit Nederland en 8 kg uit het buitenland. Als er in het buitenland niks verandert, moet de Nederlandse stikstofdepositie dus terug van 13 kg naar 6 kg. Dat betekent dus ongeveer een halvering.

Er slaat overigens meer ‘Nederlands’ stikstof neer in het buitenland dan andersom. We exporteren dus meer stikstof dan dat we importeren. De export is vier keer zo hoog als de import.

Is stikstof een Nederlands probleem?

Alle landen stoten stikstofoxides en ammoniak uit. De uitstoot is in Nederland hoger dan in de meeste andere Europese landen, doordat de ‘veedichtheid’ hoog is: per vierkante kilometer is er relatief veel vee.

Ook andere Europese landen hebben problemen met stikstof, zoals Denemarken, Duitsland, België, Italië en Frankrijk. In de meeste landen is het probleem niet zo groot als in Nederland. Maar ook niet van alle landen is precies bekend hoe groot het probleem is: niet alle EU-lidstaten geven hierover cijfers door aan Brussel. De Habitatrichtlijn van de EU verlangt wel van iedere lidstaat dat het de biodiversiteit in het land beschermt.

Uit een rapport van het TNO (2019) bleek dat Nederland binnen Europa de meeste stikstofoxiden en ammoniak uitstoot.

Wat zijn oplossingen of maatregelen voor het stikstofprobleem?

Er zijn al een aantal maatregelen genomen om het stikstofprobleem op te lossen. Zo is in Nederland tussen 06.00 uur en 19.00 uur de maximum snelheid op de snelwegen omlaag gegaan naar 100 kilometer per uur en hebben veel boeren stikstofreducerende maatregelen genomen zoals het bouwen van emissiearme stallen en aanpassing van de voersamenstelling.

Van de uitstoot komt ongeveer 20% van verkeer, 20% van industrie en 20% van consumenten. De overige 40% komt uit de veehouderij. Binnen de veehouderij komt het grootste deel (65%) uit de rundveehouderij.

Om de stikstofuitstoot genoeg omlaag te krijgen, zullen maatregelen in meerdere sectoren nodig zijn: transport, industrie, bouw en landbouw. Voorbeelden van oplossingen zijn:

Is aanpak van piekbelasters bij stikstof effectief?

Piekbelasters zorgen voor een hoge uitstoot van stikstofoxiden en/of ammoniak. Voor de totale stikstofuitstoot is het aanpakken van piekbelasters dus effectief omdat er dan minder stikstofoxiden en/of ammoniak wordt uitgestoten en in de lucht terechtkomt. Voor natuurherstel is het echter weinig zinvol om piekbelasters aan te pakken, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam in opdracht van het Mesdagfonds.

Het aanpakken van piekbelasters leidt namelijk niet tot veel minder stikstofneerslag in de directe omgeving van de piekbelasters. Uit het onderzoek blijkt dat 90% van de stikstof die als ammoniak de lucht in gaat, niet terechtkomt in de directe omgeving van de piekbelaster maar bijdraagt aan de zogeheten ‘stikstofdeken’ op grotere hoogte.

Het huidige overheidsbeleid gericht op piekbelasters dichtbij natuur is dus niet effectief, omdat het niet tot meetbare verschillen in stikstofbelasting in de beoogde natuurgebieden leidt. Uitzondering zijn piekbelasters op minder dan 300 meter van een natuurgebied.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Mis geen enkel nieuws uit de diervoederindustrie