De combinatie van rantsoenaanpassing en een additief kan helpen om de methaanreductie door koeien te reduceren, zegt Joe McFadden van Cornell University in een door Balchem georganiseerd webinar. Ook benoemt hij aandachtspunten voor grootschalige en effectieve toepassing van methaanmitigerende maatregelen.
Zo noemt hij de relatie tussen ruwvoervertering en melkproductie-efficiëntie en de wisselwerking tussen energiebalans en methaanreductie. “In de praktijk is het effect van methaanreducerende maatregelen nogal variabel”, zegt hij, “en dat hangt onder meer samen met rantsoensamenstelling en bedrijfsomstandigheden.”
Combinatie beter
McFadden denkt dat een combinatie van rantsoenaanpassing en een additief perspectief kan bieden. Een combinatie van 3-NOP (Bovaer) met raapzaadolie reduceert de methaanemissie bijvoorbeeld sterker dan de twee additieven afzonderlijk.
Meer onderzoek is nodig naar de optimale toedieningsperiode: “Zo blijkt toediening van 3-NOP in de eerste drie weken na spenen een langdurig methaanreducerend effect te hebben”, laat hij zien.
Nog veel onbekend
Van veel mogelijk werkzame additieven is het werkingsmechanisme nog onvoldoende bekend en sommige producten, zoals rood zeewier, remmen de methaanemissie sterk, maar hebben ook negatieve effecten op melkproductie en diergezondheid. “In vitro-onderzoek is onvoldoende om de effectiviteit van een additief in de praktijk vast te stellen”, waarschuwt McFadden.