FEFAC verwacht dat de mengvoerproductie binnen de EU in 2023 verder zal afnemen, met een geschatte daling van bijna 2,4 miljoen ton.
![](https://www.demolenaar.nl/wp-content/uploads/2023/12/image-5-960x534.png)
De mengvoederproductie van de EU (EU27) voor landbouwhuisdieren in 2023 wordt geschat op 144,3 miljoen ton, een daling van 2% ten opzichte van 2022. Dat blijkt uit de voorspellingen van FEFAC, gebaseerd op cijfers van de leden.
De markt werd beïnvloed door onder meer (politieke) crisissen, een groeiende vraag naar duurzame voeroplossingen, klimaatverandering, dierziektes (zoals vogelgriep en Afrikaanse varkenspest), grondstoffentekorten, beleid op het gebied van stikstof- en CO2-uitstoot en inflatie.
Verschillen voerproductie binnen EU
Binnen de EU zijn er verschillen. In bijvoorbeeld Nederland, België, Duitsland, Denemarken, Ierland en Hongarije daalde de omzet met enkele procenten. In Nederland daalde de voerproductie met 1,5%, in België met 3,7%. Maar in Hongarije (-8,4%) en Denemarken (-7,6%) daalde de productie het hardst. Terwijl andere landen – waaronder Oostenrijk, Bulgarije, Italië en Roemenië – een bescheiden stijging kende.
Varkensvoer zwaarst getroffen
Net als in 2022 werd de varkensvoersector in 2023 het zwaarst getroffen, met een daling van bijna 2,5 miljoen ton. Duitsland werd bijvoorbeeld geconfronteerd met verminderde varkensvleesproductie door het verlies van Aziatische exportmarkten en was het doelwit van negatieve mediacampagnes. Denemarken was in 2023 getuige van een substantiële daling van -13,6% in de varkensvleesproductie. Spanje, de grootste varkensvoerproducent in de EU, verloor 800.000 ton productie als gevolg van veranderende consumentenvoorkeuren (voedselprijsinflatie) en het verlies van exportmarkten. Ondertussen bleef Italië worstelen met de uitdagingen van de Afrikaanse varkenspest (ASF).
Meer pluimveevoer geproduceerd
De productie van pluimveevoer vertoonde in 2023 een positievere trend, waarbij de productie met 0,9 miljoen ton steeg vergeleken met 2022. Dit komt voornamelijk door herstel na een periode van vogelgriep. Zowel Hongarije als Tsjechië hadden echter te maken met een verdere productiedaling door een afname van het aantal vleeskuikens. De bescheiden groei is helaas niet voldoende om te herstellen van de verliezen uit 2022. Het aantal ton voer zal in 2023 nog steeds 700.000 ton onder het niveau van 2021 zal liggen.
Minder vraag naar rundveevoer
De rundveevoerproductie kende in 2023 een daling van 0,8 miljoen ton vergeleken met 2022. Net als Spanje had Portugal te maken met problemen op het gebied van waterschaarste, wat leidde tot sluiting van vooral rundveebedrijven. Ook lage melkprijzen en veeziekten hadden impact op de sector. Daarentegen profiteerden veehouders in Tsjechië en andere landen in Midden- en Zuidoost-Europa van voldoende grasgroei. Dat leidde tot een verminderde vraag naar industrieel veevoer.
![](https://www.demolenaar.nl/wp-content/uploads/2023/12/image-4-960x538.png)
Hoe groot de vraag naar mengvoer in 2024 zal zijn blijft onzeker. Belangrijke factoren hebben invloed op de lokale productie, zoals de impact van dierziekten, economische onzekerheid, aanhoudend hoge inflatie, aanhoudende wisselvalligheid van het weer en de toegenomen import van pluimveevleesproducten uit Oekraïne. De invloed van het ‘groene en dierenwelzijn’-beleid zal naar verwachting een negatieve invloed hebben op de marktvooruitzichten voor de vee- en voerproductie. Positief is dat de kosten voor belangrijke voedermiddelen, voornamelijk voedergranen, zijn teruggevallen naar het niveau van vóór de Russische invasie van Oekraïne.