De kostprijzen van biggen en vleesvarkens zijn dit jaar 3-5% gedaald. Vorig jaar was door de hoge voerkosten nog een prijsstijging van bijna 25% te zien. Dit blijkt uit het nieuwe Biggenprijzenschema dat is uitgegeven door Wageningen Livestock Research.
Eerste daling in jaren
De daling van 3-5% ten opzichte van vorig jaar, komt vooral doordat de voerprijzen 13-20% lager zijn. Daarentegen zijn de huisvestingskosten gestegen.
Tot en met 2021 steeg de kostprijs geleidelijk met enkele procenten per jaar, maar schoot in 2022 omhoog tot relatief 137% ten opzichte van 2017. In 2023 is dit gedaald tot 134% voor biggen en 130% voor vleesvarkens.
![Figuur 1. Relatieve kostenstijging varkens (2017 = 100%) Figuur 1. Relatieve kostenstijging varkens (2017 = 100%)](https://www.wur.nl/upload_mm/d/a/9/447604ce-0301-4456-b255-c81193a6274f_Grafiek%20kostprijsontwikkeling%20varkens%20tot%202023_d6ce2643_670x381.jpg)
Aandeel in kosten
De totale kosten per zeug bedragen nu € 2.100 per jaar en voor vleesvarkens € 670 per jaarvarken. Verreweg het grootste aandeel betreft de voerkosten, namelijk 43%. Bij zeugen vormen de huisvestingskosten daarna met 21% een grote kostenpost. Bij vleesvarkens zijn dit de bigkosten (32%) en daarna de huisvestingskosten (10%). Het aandeel arbeid in de kostprijs is 10% voor biggen en minder dan 3% voor vleesvarkens.
Bron: Wageningen Livestock Research