Om de ammoniak- en methaanemissie te reduceren (NH3) en CH4) is het belangrijk om in het basisrantsoen gelijktijdig te sturen op lagere streefwaarden voor ruw eiwit (RE) en de emissiefactor methaan (EF-CH4). In grasrijke rundveerantsoenen gaat dat het best met zo veel mogelijk vers gras en een optimale kwaliteit graskuil.
Dat meldt Verantwoorde Veehouderij op basis van het 4-jarig Praktijkproject Graslandmanagement, gericht op inzet van alle graslandmaatregelen die bijdragen aan een gelijktijdige reductie van ammoniak (NH3) en methaan (CH4) op het melkveebedrijf.
Sleutel tot succes
Omdat de kwaliteit en hoeveelheid van vers gras vooral per seizoen sterk verschilt, is een goed basisrantsoen per seizoen een belangrijke sleutel tot succes. Dat laten de resultaten zien van 15 praktijkbedrijven uit Praktijkproject Graslandmanagement.
Vers gras gunstiger
Vers gras bevat veel RE, maar doorgaans is het Darm Verteerbare Eiwit (DVE) wel hoger dan dat van graskuil. Vers gras is ook gunstiger dan kuilgras als het gaat om de methaanemissie uit de pens.
Afgelopen periode is op basis van vierjarig onderzoek op Dairy Campus daarom ook de EF-CH4 factor voor vers weidegras in de KringloopWijzer verder aangepast van 19.2 naar een EF-CH4 van 17.7 (Effecten gewijzigde rekenmethodiek Kringloopwijzer, Michel de Haan, WLR, 9-12-2024). Meer of zoveel mogelijk vers gras is daarmee een belangrijke draaiknop.
Benutting RE-gehalte uitdaging
In de verschillende seizoenen voorjaar, zomer en najaar betekent veel weidegras in het rantsoen een uitdaging om het hogere RE-gehalte in het verse gras te benutten. Dat vergt meer vakmanschap om het totale rantsoen op 155 RE/kg ds te houden. Door het rantsoen al in de basis met ruwvoer goed uit te balanceren, is veel winst te behalen. Zowel qua kosten (eiwitcorrectie) als voederwaarde. Daarvoor is het belangrijk om in de basis per seizoen al tussen 135 – 165 RE/ kg ds uit te komen en 17.5 – 19.5 EF-CH4 per kg ds.
Graskuil essentieel
Naast veel vers gras speelt de graskuil van de toekomst ook een essentiële rol. Op bedrijven met veel gras(kuil) speelt het benutten van veel ruw eiwit een rol. Dat kan door voldoende eiwitarm te durven bijvoeren. En daar passende kuilen voor aan te leggen met een wat lager ruw eiwit en tegelijk niet te hoge NDF-gehalten, waardoor de EF-CH4 te hoog uit komt: per groeidag 4 gr RE lager en 0.1 EF per groeidag hoger. Op bedrijven met veel mais mag het ruw eiwit hoger zijn, juist om niet te veel eiwit te hoeven aankopen.
Samenvatting resultaten en inzichten van het project.
