Ga naar hoofdinhoud

Eerste stap gezet in beter begrijpen van ammoniakemissies melkveestallen

Tussentijdse resultaten van het Netwerk Praktijkbedrijven laten zien dat voer- en dierkenmerken zoals ruw eiwit (RE), melkureum en totaal ammoniakaal stikstof (TAN) verband houden met ammoniakemissies uit melkveestallen. De invloed van deze factoren blijkt echter beperkt. Metingen op 15 onderzoeksbedrijven tussen 2021 en 2024 tonen bovendien dat bedrijfsverschillen en externe invloeden een grote rol spelen.

Uitgebreide praktijkmetingen op 15 bedrijven

Sinds de start van het Netwerk Praktijkbedrijven in 2021 worden op 15 melkveebedrijven stalmetingen uitgevoerd om de emissie van ammoniak en methaan te onderzoeken. De bedrijven, verspreid over Nederland, verschillen sterk in grondsoort, staltype en bedrijfsvoering. Naast de metingen worden voer- en bedrijfsgegevens systematisch verzameld.

Ruw eiwit, melkureum en TAN bepalen klein deel emissievariatie

Uit de data-analyse van de periode 2021-2024 blijkt dat ruw eiwit in het rantsoen, melkureumgehalte en TAN-excretie slechts een klein deel van de variatie in ammoniakemissie verklaren. Het verband is statistisch significant, maar verklaart maximaal 11% van de emissievariatie.

Bedrijfskenmerken en omgevingsfactoren van grote invloed. Andere factoren, zoals ventilatiedebiet, staltemperatuur en melkproductie, konden 40% van de gevonden variantie in deze dataset verklaren.

Er lijken dus nog onbekende invloeden op ammoniakemissie te zijn, die op bedrijfsniveau variëren en nu mogelijk niet zijn meegenomen in de dataverzameling. Het zou hierbij bijvoorbeeld kunnen gaan om genetische aspecten en eiwitkwaliteit van het rantsoen.

Vervolgonderzoek nodig

Observationele data, verzameld in praktijkomstandigheden, maken het lastig om effecten eenduidig toe te schrijven aan specifieke voer- of managementmaatregelen. Volgens onderzoekers zouden experimentele studies onder gecontroleerde omstandigheden meer inzicht kunnen geven.

Nieuwe analyse

De metingen binnen het Netwerk Praktijkbedrijven gaan door tot 2025, waarna in 2026 een nieuwe analyse wordt uitgevoerd. Het doel blijft om emissiereducerende maatregelen meetbaar te maken onder realistische praktijkomstandigheden. Daarbij wordt gekeken naar aanvullende factoren, zoals genetische verschillen en de kwaliteit van eiwit in het rantsoen.

Lees het hele rapport op de website van Wageningen UR

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Mis geen enkel nieuws uit de diervoederindustrie