Insectenolie lijkt een prima vervanging voor sojaolie. Dit blijkt uit een publiek private samenwerking tussen ForFarmers, Wageningen Livestock Research, Esbro, en Protix. Zij deden een onderzoek en veldstudie naar het vervangen van soja(olie) door insectenproducten. Bij het onderzoek zijn echter wel een paar kanttekeningen te plaatsen.
Pilot- en veldstudie
In de pilotstudie werden verschillende hoeveelheden van zwarte soldatenvlieg (BSF) meel en olie getest. Op basis van de resultaten van deze pilotstudie werd een veldstudie uitgevoerd waarin 1% sojaolie werd vervangen door 1% BSF olie.
De veldstudie werd uitgevoerd over 2 opeenvolgende rondes op 6 commerciële vleeskuikenbedrijven van verschillende grootte, elk met minstens 2 pluimveestallen. In 1 stal kregen Hubbard JA757-vleeskuikens het standaard voerschema van de boerderij (controlegroep), terwijl in de andere stal hetzelfde voer werd verstrekt, waarbij 1% sojaolie werd vervangen door 1% BSF-olie.
In de tweede ronde werden de behandelingen omgekeerd tussen de stallen om mogelijke staleffecten uit te sluiten. De pluimveehouders leverden prestatiegegevens zoals totaal voergebruik, geleverd gewicht aan de slachterij en sterfte per stal per ronde. Op basis van de verstrekte gegevens werden de prestatie-resultaten berekend.
Goede vervanging sojaolie
Uit het onderzoek blijkt dat de prestaties van de twee groepen vleeskuikens vergelijkbaar waren. Vervanging van 1% sojaolie door 1% BSF-olie resulteerde in vergelijkbare groeiprestaties, strooiselkwaliteit, welzijn, slachtopbrengsten en slachtkwaliteit vergeleken met een commercieel dieet.
Kanttekeningen bij onderzoek
Insectenolie lijkt hiermee een prima vervanging voor sojaolie. Echter ontbreekt op dit moment de economische haalbaarheid. Naar verwachting zal dit in de toekomst veranderen naarmate de insectenindustrie groeit, meldt ForFarmers.
Daarnaast moet worden opgemerkt dat vervangen van 1% sojaolie met 1% BSF-olie slechts een heel klein effect heeft in de totale voersamenstelling. De onderzoekers kozen voor 1% om enigszins economisch relevant te blijven, maar grote prestatieverschillen tussen de 2 groepen zijn hiermee niet te verwachten.