De omzet van Royal Agrifirm Group is vorig jaar uitgekomen op € 2.439 miljoen. Dat is een daling van 13,2% in vergelijking met de gerealiseerde omzet van € 2.810 miljoen in 2022. De afzet van diervoer daalde in 2023 met 9% naar 4,5 miljoen ton. Deze daling vond voornamelijk plaats in de Europese markten. Het netto resultaat eindigde in een verlies van € 3,6 miljoen ten opzichte van een winst van € 24,1 miljoen in 2022. Dat blijkt uit het jaarverslag dat de coöperatie op 27 maart heeft gepresenteerd.
Verdere kostenbesparingen
Deze cijfers blijven niet zonder gevolgen. Algemeen directeur Dick Hordijk schrijft in het jaarverslag dat ook in 2024 intern de kosten verder worden aangescherpt. “In een krimpende markt is dat enorm belangrijk. Innovatie en vooruitgang alleen is niet voldoende. We moeten ons aanpassen aan dalende volumes. Dat gaat natuurlijk impact hebben, bijvoorbeeld op de breedte van het aanbod.”
Normalisatie grondstofprijzen
De omzetdaling wijt Agrifirm aan de wereldwijde normalisatie van de grondstofprijzen. “De sterke stijging van de operationele kosten – lonen, energie en vrachtkosten – in het ledenbedrijf, Welkoop, Nutricontrol en bij de buitenlandse bedrijven hebben ertoe geleid dat de marge-effecten grotendeels verdampt zijn op de resultaatlijn”, schrijft CFO Margret Kleinsman in het jaarverslag.
Tegenvallend bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat kwam in 2023 uit op een winst van € 2,3 miljoen. Ter vergelijking: in 2022 kwam het bedrijfsresultaat nog uit op € 41,5 miljoen. “De positieve en negatieve herwaarderingseffecten op de voorraden grondstoffen uit respectievelijk 2022 en 2023 rechtvaardigen middeling over deze twee jaren, maar ook dan blijft het resultaat achter bij de historische trendlijn”, zegt Kleinsman.
Geen ledenvoordeel over 2023
Over 2023 zal geen ledenvoordeel worden uitgekeerd vanwege tegenvallende resultaten in het buitenland. Het ledenvoordeel en de ledenkorting uitkering over 2022, die in mei 2023 is uitgekeerd bedroeg € 23,5 miljoen.
Ledenkorting
Het ledenbedrijf in Nederland draait naar omstandigheden goed en dit resulteert in een uitkering van € 7,3 miljoen aan de leden van de coöperatie. “Dit is exclusief een ledenuitkering ter hoogte van € 1,4 miljoen, hetgeen een afrekening over 2022 betreft die in 2023 is uitbetaald”, legt Kleinsman uit.
Gezond eigen vermogen
Balanstechnisch staat Agrifirm sterk met een gezond eigen vermogen: 55,0% van het balanstotaal, een relatieve verbetering ten opzichte van de 51,3% uit 2022. De financieringsbehoefte is in 2023 afgenomen door de verbetering van het werkkapitaal. Dit is met name gedreven door de normalisatie van de grondstofprijzen waardoor voorraden en debiteuren in omvang afnemen.
De liquide middelen stegen met € 104,6 miljoen. Agrifirm heeft net als vorig jaar per einde jaar geen langlopende bankschulden.
Toekomst
De impact voor de komende 12 tot 15 maanden is volgens Kleinsman lastig in te schatten. “Ter mitigatie zijn we reeds in 2021 gestart met Polestar: een programma in Nederland en België waarmee we een toekomstbestendige organisatie creëren door de efficiëntie te verbeteren, kosten te besparen en/of nieuwe wegen en kansen te vinden.”
Als voorbeelden noemt ze de sluiting van de productie in Utrecht (in 2021) en Zwolle (in 2024), alsook de investering in Oss (2023) in de milieuvriendelijke behandeling van lokale en Europese raap zodat deze als pensbestendig voer naar het rundvee kan.
Agrifirm zal ook blijven investeren in R&D, onder andere voor de ontwikkeling en verbetering van alternatief voer of additieven uit reststromen.
Verbetering verwacht
“Op deze manier blijven we een gewaardeerde business partner voor onze leden en verwachten we de resultaten van het ledenbedrijf gezond te houden. Voor het niet-ledenbedrijf verwachten we in 2024 een structurele verbetering, onder andere door het vermijden van eenmalige negatieve effecten vanuit dubieuze debiteuren en afboeking van voorraadwaarden. Ook verwachten we de commerciële slagkracht te versterken met een focus op kernmarkten.”
De balans en financieringsruimte bieden Agrifirm voldoende ruimte om te blijven investeren, zoals in de nieuwbouw van het Nutricontrol Lab in Veghel. “Deze investeringen vormen ook de basis om eventuele fluctuaties in het werkkapitaal op te kunnen vangen.”
