China is voor Nederland inmiddels de negende bestemming wat betreft de export van goederen en diensten. Dit meldt het CBS in de internationaliseringsmonitor, waarin de relatie met China centraal staat. Machine-industrie en groothandel verdienden het meest aan deze export.
Verstoring
Het CBS analyseerde de exportgegevens over het jaar 2018, het boekjaar waarvoor de dataset compleet is. Op dit moment zijn er als gevolg van de coronacrisis veel verstoringen in internationale waardeketens, constateert het CBS. “De coronacrisis heeft productieprocessen (tijdelijk) onderbroken, en ook de vraag naar producten is veranderd. De cijfers over exportverdiensten in 2018 geven inzicht in wat de uitwerking van zulke verstoringen kan zijn”, aldus de CBS-onderzoekers.
Directe export
In 2018 verdienden bedrijven in Nederland ruim 5,6 miljard euro aan de directe export van goederen en diensten naar China, een bijdrage van 0,7 procent aan het Nederlandse bbp. Deze verdiensten zijn ongeveer 22 procent gegroeid ten opzichte van 2015.
Export kan worden uitgesplitst naar drie typen: dienstenexport, goederen van Nederlandse makelij en wederuitvoer. De bedrijfstakken die het meest verdienen aan de rechtstreekse export naar China zijn de groothandel en de machine-industrie. In 2018 ging het om respectievelijk 960 miljoen en 807 miljoen euro.
Stijging
Voor de machine-industrie levert de export naar China meer dan 6 procent van het totaal, het hoogste percentage van alle bedrijfstakken. De voedingsmiddelenindustrie volgt met iets meer dan 3 procent van de exportverdiensten dankzij directe export naar China. De verdiensten van de machine-industrie en de voedingsmiddelenindustrie zijn het meest gestegen sinds 2015, met 414 miljoen en 157 miljoen euro respectievelijk.